Vlaams Belang wil geen verplichte digitale meters
De digitale meter, die tegen 2029 in elk Vlaams huishouden aanwezig moet zijn, blijkt dubbel zo duur als elders in Europa. Dat blijkt uit een verslag van de SERV, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. “Elke maatregel moet proportioneel zijn,” vindt Vlaams Parlementslid Sam Van Rooy. “De digitale meter is dat niet. De verplichting bracht tal van problemen met zich mee. Men maakt zich zorgen over hun veiligheid, privacy en gezondheid. Nu blijkt het nog eens dubbel zo duur te zijn. Het is ongehoord dat we mogelijk tot drie miljard euro moeten betalen voor een ongewilde, verplichte uitrol van digitale meters. Dat is ongeveer 1.000 euro per gezin. Het lijkt me tevens een verspilling van grondstoffen en middelen om een meter te installeren met een levensduur die nog niet de helft is van de analoge meters.”
De saga van de digitale meter opent een nieuw hoofdstuk. “Er was reeds veel hetze rond deze verplichte invoer,” vertelt Sam Van Rooy. “De EU keurde een richtlijn goed waarin het principe van digitale meters beschreven staat. In 2019 keurde de meerderheid dan een decreet goed om de digitale meter in Vlaanderen te verplichten. Dat was een enorme vergissing. Eerst en vooral maak ik me enorme zorgen over de privacy. Zo een digitale meter kan energiestromen meten en registreren, die gegevens doorsturen naar de distributienetbeheerder en communiceren met applicaties van derden. Zo kan men perfect zien hoeveel je verbruikt, wanneer, hoe laat… Zo ziet men dus in principe wanneer je thuis bent. Zoiets kan altijd misbruikt worden voor malafide, commerciële doeleinden. Minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) lacht dergelijke waarschuwingen altijd weg, maar ook over de EPC-databank kregen we uiteindelijk gelijk. Daarnaast vind ik het zeer zorgwekkend dat een digitale meter op afstand de toegang tot het distributienet kan onderbreken. Men maakt zich, terecht, zorgen over mogelijke cyberaanvallen op ons energienet via zonnepanelen, maar negeert dit veiligheidsrisico volledig. Onbegrijpelijk.”
“Demir moet zich niet verschuilen achter ‘dit was van voor mijn tijd’, haar partij keurde het decreet in 2019 goed”
De digitale meters werden zelfs besproken door het Grondwettelijk Hof. “De verplichting schendt de vrije keuze, ik vind dat een probleem. Helaas mag de verplichting blijven bestaan. De grondwet beschermt wel een veilig leefmilieu thuis, waardoor een bekabelde versie een verplichte keuze moest worden. Zelfs dit lapt de minister aan haar laars, want de bekabelde alternatieven zijn niet correct. Ze zijn niet echt bekabeld van begin tot einde. Er wordt enkel een kabel getrokken naar de rooilijn of gevel. En het ergste? Mensen die voor de bekabelde versie kiezen, worden financieel gediscrimineerd. Wie een digitale meter wil met een antenne op de gevel, betaalt tot 340 euro meer. Wie de kabel naar de rooilijn wil trekken, kan tot 821 euro meer betalen. Dat is nog zonder mogelijke bijkomstige kosten. Pure discriminatie.”
“Weigeren kan ook niet. Wie weigert, krijgt een ingebrekestelling en moet betalen. Na twee ingebrekestellingen kan men zelfs vervolgd worden. Ik vind dat geen correcte praktijken. Ik ben blij dat de SERV nu ook de minister op de vingers tikt. Het kan niet dat de kostprijs van deze digitale meter uitvalt op 1.000 euro per gezin.” Sam Van Rooy is zeer kritisch voor Demir. “Ze zegt nu dat het decreet van voor haar tijd was, om onschuldig te lijken. Haar partij stemde echter wel voor dit decreet, samen met CD&V en Open Vld. De verplichting moet afgeschaft worden, bekabelde digitale meters moeten volledig bekabeld worden van begin- tot eindpunt, de privacyregels rond dataverzameling en -opslag moeten beter en het decreet moet gewijzigd worden zodat niemand op afstand kan afgesloten worden van het net.