Nieuws
donderdag, 30 jan 2025

Nog steeds Nederlandsonkundige hulpverleners in de Vlaamse Rand

Foto: iStock. Nog steeds Nederlandsonkundige hulpverleners in de Vlaamse Rand

Het Vlaams Belang trok in de commissie Volksgezondheid opnieuw aan de alarmbel over de aanhoudende taalproblematiek in de dringende geneeskundige hulpverlening in de Vlaamse Rand. “Ondanks wettelijke verplichtingen en eerdere incidenten blijft Nederlandsonkundige hulpverlening een groot probleem”, zegt Kamerlid Katleen Bury. “Die taalbarrière zet levens op het spel.”

Bury vindt het onaanvaardbaar dat patiënten in de Vlaamse Rand, in weerwil van de wet, nog steeds geconfronteerd worden met hulpverleners die geen Nederlands spreken. Het Kamerlid verwijst in dit verband onder meer naar de recente opstart van een nieuw paramedisch interventieteam (PIT) verbonden aan het Anderlechtse Bracopsziekenhuis, dat ook actief is in Halle en de Vlaamse Rand: “Binnen enkele dagen na de start kwamen de eerste meldingen binnen over personeel dat geen Nederlands spreekt. Dit is niet alleen een schending van de taalwetgeving, maar ook een gevaar voor patiënten.” Bury vraagt zich overigens af waarom Halle bediend wordt door een PIT uit Anderlecht, terwijl het perfect mogelijk zou zijn om een eigen PIT op te starten in het AZ Sint-Maria van Halle.  

“Dit is een politieke verantwoordelijkheid”

“Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) erkende in de Kamer dat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht bevoegd is voor de controle op de tweetaligheid van de spoeddiensten, maar die controle schiet volledig tekort”, gaat Bury verder. “Sancties volgen er nauwelijks. Er zijn dringend concrete maatregelen nodig om de Nederlandstalige dienstverlening in de regio te garanderen.”

“We moeten nu werk maken van een volwaardige, Nederlandstalige PIT-dienst voor de Vlaamse Rand en het Pajottenland. Ik zal alleszins het dossier nauwgezet blijven opvolgen”, besluit Bury. “De regering moet niet langer met de vinger wijzen naar controleorganen die hun werk niet doen. Dit is een politieke verantwoordelijkheid. We kunnen het niet maken om mensen in een levensbedreigende situatie hulp te bieden in een taal die ze niet begrijpen. Dit moet stoppen.”