Persberichten
dinsdag, 10 dec 2019

Bpost springt onverantwoord om met radicalisering

Guy D’haeseleer: “Deze lichtzinnigheid slaat mij met verstomming”

De jongste jaren wordt er bij overheidsinstellingen en overheidsbedrijven meermaals aangifte gedaan over tekenen van radicalisering. Ook bij Bpost is dat het geval. Uit het antwoord op een vraag van senator Guy D’haeseleer blijkt dat er de jongste 5 jaar niet minder dan 24 aangiftes van radicalisering omtrent personeel van Bpost zijn gebeurd. Vooral in het jaar 2016 werden heel wat aangiftes gedaan (11 in totaal), wat ongetwijfeld samenhangt met de bloedige en dodelijke aanslagen van 22 maart 2016 op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek in Brussel. Maar ook in de andere jaren gebeurden er aangiftes, met name telkens drie in resp. 2015, 2017 en 2018 en vier in 2019.

Gevraagd naar het gevolg dat aan deze aangiftes wordt gegeven, geven Bpost en de minister enkele verbluffende antwoorden. Zo laat men weten dat “Bpost zich niet uitspreekt over het feit of er al dan niet sprake is van radicalisering”. Er wordt enkel een onderzoek gedaan over “te nemen maatregelen inzake fysieke integriteit en meer algemeen psychosociaal welzijn.” Daarbij is het uitgangspunt “de dialoog met de gerapporteerde persoon”. Van de 24 personen waarvan collega’s vonden dat er mogelijk sprake was van radicalisering is er door Bpost – met een dergelijke aanpak begrijpelijkerwijs - dan ook geen enkele de laan uitgestuurd.

Guy Dhaeseleer: “Deze gang van zaken slaat mij eigenlijk met verstomming. Het is onbegrijpelijk hoe lichtzinnig er met aangiftes omtrent radicalisering bij Bpost wordt omgesprongen. Na de vele bloedige aanslagen in Europa en elders vanwege fundamentalistische islamisten zou men intussen toch wel beter moeten weten en dat dialoog en een psychosociale benadering nu niet bepaald de geëigende methodes zijn om daarmee om te gaan. Een grondig onderzoek door de ordediensten gespecialiseerd in islamradicalisme én het nodige gevolg aan de conclusies van die onderzoeken is wel het minste dat er zou moeten gebeuren. Als men dat niet doet, dan zullen er ook geen aangiftes meer gebeuren omdat ze toch niet ernstig worden genomen, en laat men het veld vrij aan de radicalisering om verder te woekeren. Met vroeg of laat de kwalijke gevolgen ervan. Wij laten het hier dan ook niet bij en zullen de minister ter zake ter verantwoording roepen.