“Zonder regionalisering zal vrachtvervoer per spoor niet concurrentiëler worden”
Het Vlaams Belang ziet in de recente openstelling van de zogenaamde trieerheuvel van het rangeerterrein Antwerpen-Noord, en de bijhorende federale subsidie van 15 miljoen euro een extra argument om het spoor te regionaliseren. Een trieerinstallatie is een terrein met daarover meerdere sporen waar goederentreinen overheen worden geduwd. “Ze moet het vervoer via het spoor een duwtje in de rug geven, maar komt te laat en stelt eigenlijk weinig voor”, zegt Kamerlid Pieter De Spiegeleer. “De oorzaak van het probleem is dat via infrastructuurbeheerder Infrabel het federale niveau maatregelen als deze belemmert.”
Tegen 2030 zou 15 procent van het vrachtvervoer via het spoor moeten gebeuren. Maar momenteel zitten we nog maar aan de helft daarvan. Federaal minister van mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) wil daarom naar eigen zeggen ‘enkele drempels’ wegnemen. “Het cynische is echter dat in de realiteit het federale niveau zelf de grootste drempel is”, merkt De Spiegeleer op. “Het zwaartepunt van het goederenvervoer per spoor ligt ontegensprekelijk in Vlaanderen. Als we een daadkrachtig beleid willen voeren dringt een regionalisering van het spoor zich op.”
Door de gebruikers van de rangeerheuvel subsidies te bieden moet goederenvervoer per spoor concurrentiëler worden. Lineas die ook de oude uitbater is, zal voortaan als ‘neutrale’ uitbater verplicht zijn alle andere spooroperatoren zijn diensten aan te bieden tegen dezelfde prijs. Ook Infrabel moet mee op toezien dat na de openstelling van de trieerheuvel de neutraliteit wordt behouden en alles correct verloopt. “De constructie op zich zou haar administratieve en logistieke efficiëntie bewijzen”, zegt De Spiegeleer. “We houden ons hart al vast, want het federale Infrabel is nu niet meteen uitblinker in administratieve en logistieke efficiëntie.”
“Infrabel is nu niet meteen uitblinker in administratieve en logistieke efficiëntie”
“Het is onaanvaardbaar dat beslissingen aangaande de ontsluiting van Vlaamse havens genomen worden in Brusselse ivoren torens, in salons en kabinetten”, besluit De Spiegeleer. “De Vlaamse havens vormen de motor van de Vlaamse economie en zijn in praktijk dus ook de drijvende kracht achter de transfers naar de verlieslatende gewesten van dit land.”