Wouter Beke bevestigt strategische redenen achter laattijdig ontslag
Voormalig Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (cd&v) heeft in een interview in De Morgen gezegd dat hij al veel eerder wou opstappen als minister, maar dat zijn partij dit om strategische redenen verhinderde. “Het cynisme van cd&v druipt af van dit interview”, zegt Vlaams fractieleider Chris Janssens. “Blijkbaar waren strategische partijredenen belangrijker dan het algemeen belang. Bij elke verkiezing verliest de cd&v stemmen en daardoor klampt ze zich steeds krampachtiger vast aan haar postjes.”
In een interview in De Morgen heeft Wouter Beke teruggeblikt op het afgelopen politieke jaar. Na jaren partijvoorzitter van cd&v te zijn geweest, regelde hij in 2019 voor zichzelf een ministerpost. Eerst in de federale regering en vervolgens in de Vlaamse. Zijn tijd op het departement Welzijn liep echter niet van een leien dakje. Bij zijn aantreden kondigde hij pijnlijke besparingen aan, zoals op de zelfmoordlijn, die hij onder massaal publiek protest moest terugdraaien. Vervolgens kwam de coronacrisis waar er onder zijn toezicht massaal veel ouderen stierven in de rusthuizen en de vraag om ontslag ook al klonk. Hij kon de kritiek deels verstommen door de succesvolle vaccinatiecampagne in Vlaanderen. Maar dan braken de verschillende schandalen in de kinderopvang uit, met het overlijden van een baby na mishandeling als triest hoogtepunt. De roep om ontslag was toen oorverdovend, maar Beke bleef nog drie maanden op post.
In het interview zegt Beke spijt te hebben niet eerder te zijn opgestapt. Naar eigen zeggen stond zijn ontslag voor hem zelf al veel langer vast en legde hij het op dinsdag 19 april op tafel bij zijn partij. “Maar vier dagen later stond het grote ‘boostercongres’ van cd&v gepland”, aldus Beke. “De partij was bang dat mijn ontslag het congres zou overschaduwen en de discussie over het voorzitterschap van Joachim zou openen. Als een trouwe partijsoldaat heb ik dan opnieuw mijn harnas aangetrokken.” Uiteindelijk diende hij pas een kleine maand later op donderdag 12 mei zijn ontslag in als minister van Welzijn tijdens een fel gemediatiseerde persconferentie. Het hele gebeuren kwam er in de nasleep van een slechte peiling die een week eerder ook de kop van toenmalig partijvoorzitter Joachim Coens kostte.
“Cd&v-cynisme ten top”
“Het cynisme van cd&v druipt af van dit interview”, zegt Janssens. “Misschien dat het louterend bedoeld was voor Beke, maar het beeld blijft vooral hangen van de machtsgeile politicus die maar niet kon opstappen. Bovendien blijft hij met slijk naar anderen gooien om zijn eigen falen in de coronacrisis te maskeren.”
In het interview zegt Beke ook dat er steeds nieuwe problemen in de kinderopvang bleven opduiken en hoe dieper hij begon te graven in de dossiers, hoe meer hij aanvoelde dat het grondig fout zat met de aanpak van het Agentschap Opgroeien. “Dat het hier meer dan fout liep, mag duidelijk zijn”, aldus Janssens. “Maar het departement Welzijn waar dit agentschap onder valt, is al wel decennia een cd&v-bevoegdheid. Het is daardoor dat voormalig topvrouw Katrien Verhegge, die ook verantwoordelijk was in de kinderopvangmalaise, eveneens veel te lang op post kon blijven.”
Volgens het Vlaams Belang ontbreekt het Wouter Beke nog steeds aan schuldbesef. “Dit maakte hij al duidelijk tijdens zijn getuigenis in de onderzoekscommissie kinderopvang in het Vlaams Parlement“, herinnert Janssens eraan. “Ook toen schoof hij alle verantwoordelijkheid van zich af. Als hij zich trouwens echt schuldig voelde, had hij bij zijn afscheid niet zijn vrouw en dochter laten opdraven met een trui met daarop het opschrift ‘Nothing to prove’.”
Beke zegt dat hij zijn ontslag op vraag van zijn partij uitstelde. “Een ministerieel ontslag uitstellen omwille van een partijcongres is gewoon schaamteloos”, besluit Janssens. “Blijkbaar is de cd&v zo radeloos dat strategische partijredenen belangrijker zijn dan het algemeen belang. Bij elke verkiezing verliest de cd&v stemmen en daardoor klampt ze zich steeds krampachtiger vast aan haar postjes.”
