Nieuws
donderdag, 04 mrt 2021

Vrouwelijke genitale verminking: “Nood aan preventie, maar ook aan strenge bestraffing!”

Op 6 februari 2021 was het internationale dag tegen de genitale verminking van vrouwen. Ondanks een wettelijk verbod zien we ook in Vlaanderen deze barbaarse praktijk steeds meer oprukken. De regeringen mogen niet de andere kant opkijken en moeten dringend meer initiatieven nemen om deze toestanden met wortel en al uit te roeien”, aldus Vlaams Parlementslid Adeline Blancquaert (Vlaams Belang) die er een parlementaire vraag over stelde aan Welzijnsminister Wouter Beke (CD&V).

Eén van de oorzaken van de opmars van de onmenselijke genitale verminking in dit land is uiteraard de snelle toename van migranten uit landen waar deze praktijken plaatsvinden. De meeste slachtoffers komen uit Guinee, Somalië en de Ivoorkust. In Vlaanderen gaat het om 11.000 vrouwen die al besneden zijn of het risico lopen om besneden te worden. Vaak betreft het zelfs meisjes jonger dan 15 jaar. 

Migratie draagt bij aan de toename van het fenomeen van de vrouwelijke genitale verminking in dit land

“De toename van migranten uit bepaalde Afrikaanse landen zorgt ervoor dat wij in het Vlaams Parlement moeten debatteren over een dergelijke verminking die in Vlaanderen eigenlijk niet zou mogen bestaan”, aldus Blancquaert. “Dat is uiteraard het gevolg van het lakse, linkse opengrenzenbeleid dat hier - jammer genoeg - al lange tijd wordt gevoerd.” Blancquaert vroeg aan minister Beke welke stappen hij in samenwerking met de federale regering zou zetten om deze toestanden te bannen uit onze samenleving

De minister stelde dat de Vlaamse overheid zelf geen eigen initiatieven zou nemen, maar wel “partners wil ondersteunen die hierin actief zijn”. Hij verwees daarbij naar de ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties en middenveldorganisaties die actief betrokken zijn bij de strijd tegen genitale verminking. Aan GAMS (Groupe pour l'Abolition des Mutilations Sexuelles) zou bovendien een structurele subsidie worden toegekend voor verdere expertiseontwikkeling op het vlak van vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld. Ook zou aan de problematiek aandacht worden besteed bij de opleiding van medewerkers van Kind en Gezin. 

Adeline Blancquaert toonde zich enerzijds wel tevreden met deze steun, maar betreurde anderzijds toch het gebrek aan verdere initiatieven van de Vlaamse regering zelf. Ze beklemtoonde bovendien dat preventie goed en nodig is, maar dat er daarnaast ook werk moet worden gemaakt van een keiharde bestraffing van ouders die hun kinderen op een dergelijke wijze laten verminken”. “Het wordt tijd dat men ook wat immigranten betreft opnieuw durft verdedigen waar onze samenleving voor staat”, aldus Blancquaert.