Nieuws
woensdag, 12 mrt 2025

Vlaamse regering toont geen ambities op vlak van gezondheidszorg

De Vlaamse regering mist elke communautaire ambitie inzake gezondheidszorg. Dat leidt het Vlaams Belang af uit de antwoorden op meerdere parlementaire vragen die de partij stelde. “Niet alleen ontwijkt minister-president Diependaele volledig onze vragen inzake defederalisering van de gezondheidszorg”, aldus Vlaams Parlementslid Freija van den Driessche, maar zelfs op vragen naar welke federale bevoegdheden inzake volksgezondheid we graag asymmetrisch willen toegepast zien komt er geen antwoord. De communautaire passages in het Vlaamse regeerakkoord blijken maar schone schijn.”

Zoals bekend hypothekeren de versnippering van de bevoegdheden tussen de verschillende overheden en de verschillen in visies tussen het noorden en het zuiden van het land een coherent beleid inzake volksgezondheid. In het Vlaams regeerakkoord wordt de problematiek erkend en engageert de regering zich ertoe de ‘versnippering van de bevoegdheden tegen te gaan’ en ‘te streven naar een homogeen bevoegdheidspakket voor Zorg en Welzijn in Vlaanderen’.

“Wanneer we de regering echter bevragen over concrete initiatieven om dit realiseren, blijft het echter muisstil en wordt er enkel maar ontwijkend geantwoord”, stelt Vlaams Parlementslid Freija Van den Driessche vast. Het parlementslid verwijst naar een vraag die haar collega Klaas Slootmans in het Vlaams Parlement stelde aan N-VA-minister-president Matthias Diependaele over de nood aan een volledige defederalisering van het gezondheidsbeleid. Daarbij confronteerde hij de minister-president onder meer met uitspraken van Jan Jambon ter gelegenheid van de voorlaatste 11 juliviering in Kortrijk die toen nog stelde dat de splitsing van de gezondheidszorg het absolute minimum minimorum was voor een federale regeringsdeelname en dat er onderhandeld moest worden van gemeenschap tot gemeenschap.

“Eerder al antwoordde minister Caroline Gennez (Vooruit) mij dat Vlaanderen geen hefbomen heeft om een nieuwe bevoegdheidsverdeling te realiseren. Ook het antwoord van Diependaele bevestigde alweer dat er van deze Vlaamse regering geen inspanningen meer moeten verwacht worden om de defederalisering effectief mee te helpen realiseren”, reageert Van den Driessche. “Diependaele focuste in zijn antwoord op twee zaken die ook in het federale regeerakkoord worden vermeld: de opname van deelstaatvertegenwoordigers in het RIZIV en de aankondiging om via asymmetrische afspraken het federale beleid beter af te stemmen om de beleidsaccenten van elke gemeenschap. Hij noemde dit zelfs twee grote stappen voorwaarts”. 

“Hoeveel langer kan een politieke partij als N-VA zichzelf eigenlijk nog als Vlaams-nationalistisch omschrijven en tegelijk het Belgische status quo bevestigen?”

“Maar dat zijn geen grote stappen voorwaarts, zelfs geen muizenstapjes. Het is niet meer dan een dode mus”, aldus Van den Driessche. “Op vragen over de asymmetrische bevoegdheden kan niet concreet worden geantwoord. Het lijkt alsof ze er nog nooit over hebben nagedacht.”

“Ook de vertegenwoordiging van de deelstaten in het RIZIV stelt niet veel voor. Uit een antwoord op mijn schriftelijke vragen blijkt dat de zevenkoppige vertegenwoordiging van de deelstaten in de algemene raad van het RIZIV, die al in 2023 bij wet goedgekeurd was, nog niet in werking is getreden wegens een gebrek aan akkoord tussen de deelstaten over de verdeling”, vervolgt het Vlaams Parlementslid. “En wat betreft de vertegenwoordiging van de deelstaten in het verzekeringscomité van het RIZIV gaat het om een rol als waarnemer, iets wat de minister-president steeds ‘vergeet’ te vermelden. Waarnemers hebben geen stemrecht, en zoals minister Gennez terecht zegt, is de rol dus beperkt. Het voordeel is volgens minister Gennez nu dat Vlaanderen beter op de hoogte zou zijn van beslissingen die binnen het RIZIV worden genomen. Als dit dé grote stap voorwaarts is in de splitsing van de gezondheidszorg zullen we nog heel lang op onze honger moeten blijven zitten. De vraag om effectief lid te worden werd nooit gesteld, en een termijn waarop de waarnemers effectief zullen kunnen deelnemen werd ook nog niet bepaald.”

“Er is maar één conclusie mogelijk”, besluit Van den Driessche. “Deze Vlaamse regering heeft op het vlak van gezondheidszorg geen enkele communautaire ambitie. Er is niets doorgesproken en er is allerminst een plan. Hoeveel langer kan een politieke partij als N-VA zichzelf eigenlijk nog als Vlaams-nationalistisch omschrijven en tegelijk het Belgische status quo bevestigen?”