Nieuws
donderdag, 28 jan 2021

“Vlaanderen moet op basis van inburgeringsresultaat adviseren of vreemdeling verlenging verblijfsvergunning kan krijgen”

Vlaams Parlementslid Sam van Rooy (Vlaams Belang) wil dat Vlaanderen de federale regering het advies geeft of de verblijfsvergunning van immigranten al dan niet verlengd mag worden op basis van de vaststelling of ze al dan niet geslaagd zijn voor hun inburgeringstraject, zo blijkt uit een parlementaire vraag van het parlementslid aan minister van Inburgering Bart Somers (Open Vld).

Niet-Europese vreemdelingen moeten volgens de Vlaamse inburgeringswetgeving een inburgeringstraject volgen en nadien ook een test afleggen. In België is inburgering Vlaamse materie en is de federale overheid - helaas nog steeds - bevoegd voor verblijfsrecht en nationaliteitsverwerving. Momenteel is er geen koppeling tussen het al dan niet slagen voor de inburgeringstest en de toekenning van een verblijfsvergunning of de Belgische nationaliteit.

Wel maakt het nieuwe Inburgeringsdecreet - dat binnenkort in het Vlaams Parlement wordt ingediend - mogelijk dat informatie over het inburgeringstraject naar de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) gaat. Via een cliëntopvolgingssysteem zal Vlaanderen de DVZ informeren over het inburgeringstraject van immigranten. Het doel van die uitwisseling van informatie bestaat erin om de federale overheid te ondersteunen bij haar bevoegdheid om beslissingen te nemen over het al dan niet verlengen van verblijfsvergunningen.

Al dan niet slagen voor het inburgeringstraject moet bepalend zijn voor toekenning verblijfsvergunning en nationaliteit, zegt Vlaams Belang

Minister Somers bevestigde dat de federale overheid zal geïnformeerd worden of inburgeraars het inburgeringstraject met succes doorlopen hebben en al dan niet geslaagd zijn. Dat er informatie wordt doorgegeven aan DVZ is alvast positief. Maar Vlaanderen zou ook een advies moeten afleveren, zeker wanneer een immigrant niet geslaagd is voor het inburgeringstraject. Afhankelijk van het al dan niet slagen en/of het gedrag van de immigrant, moet geadviseerd worden of de verblijfsvergunning van de betrokkene al dan niet mag worden verlengd, of dat ze moet worden ingetrokken”, vervolgt van Rooy. Mij lijkt het evident dat de federale Dienst Vreemdelingenzaken een negatief advies vanuit Vlaanderen ook consequent volgt.”

Van Rooy merkt tot slot op dat de minister van Inburgering zich te soepel toont tegenover immigranten waarvan vastgesteld wordt dat ze ‘uitgeleerd zijn’, dat wil zeggen: nooit zullen slagen voor hun inburgeringsexamen. Zij kunnen volgens de minister gewoon in ons land blijven. Iemand die herhaalde malen het inburgeringstraject heeft gevolgd, maar niet slaagt in het inburgeringsexamen omdat hij of zij daar niet toe in staat is, mag niet gewoon de joker krijgen met ‘uitgeleerd”, stelt van Rooy. “Indien een immigrant niet slaagt, omdat hij niet wil of niet kan slagen, hoort hij hier simpelweg niet thuis.”