“Vlaamse N-VA-meerderheid danst op het ritme van Vivaldi”
In een opiniestuk op Doorbraak.be rekent Vlaams Parlementslid Klaas Slootmans af met de Zweedse meerderheid onder Jan Jambon (N-VA) die het Vlaamse niveau bestuurt. Luttele momenten voor de Vlaamse Feestdag op 11 juli concludeert Slootmans dat de Werkgroep Institutionele Zaken in het Vlaams Parlement “een jammerlijk gemiste kans [is] en een totaal onvermogen [aantoont] om een institutioneel toekomstproject voor Vlaanderen uit te tekenen.”
“Het Vlaams regeerakkoord dat in 2019 tussen N-VA, cd&v en Open Vld werd afgesloten, was bijzonder teleurstellend op het vlak van het streven naar verdere autonomie voor Vlaanderen”, zo vangt Slootmans zijn opinie aan. Ter compensatie van deze slappe communautaire ambitie werd een werkgroep opgericht in de schoot van het Vlaams Parlement “om een grondige reflectie op te starten over de gewenste staatsinrichting”. Slootmans schrijft ‘werkgroep’, want zo’n orgaan heeft geen fundamentele macht zoals een commissie. En wellicht meer van tel: in een commissie hebben N-VA en het Vlaams Belang een zetelmeerderheid.
“’Politieke wiskunde voor minder Vlaamse autonomie’ noemde professor Maddens het in maart 2021“, vervolgt Slootmans. “En of de professor daarmee gelijk heeft gekregen! Eigenlijk was het lot toen al bezegeld. Hoeft het overigens gezegd dat deze gang van zaken ook N-VA, als meerderheidspartij, goed uitkwam?”
De ‘conceptnota’ van de ‘werkgroep’ en N-VA-meerderheid “zwijgt in alle talen over zowel de hervorming van het huidige staatsmodel, de noodzakelijke herschikking van bevoegdheden, als de benodigde fiscale autonomie”
Na veel mysterie en manoeuvres “kwamen de meerderheidspartijen ter elfder ure met een slottekst, een conceptnota”, bericht Slootmans verder over de werkgroep die in het voorjaar zo’n 100 deskundigen, juristen, politicologen, economen en filosofen liet afzakken. Ook “dat het een conceptnota is geworden en geen resolutie, is beslist geen toeval: zo’n nota kan immers niet worden geamendeerd, ligt niet ter stemming en wordt zelfs niet besproken in de plenaire vergadering. Het is een vrijblijvend geschrift zonder wezenlijke finaliteit. Het lijkt wel alsof de auteurs ervan beschaamd zijn over hun werkstuk. Daar is overigens alle reden toe: het zwijgt in alle talen over zowel de hervorming van het huidige staatsmodel, de noodzakelijke herschikking van bevoegdheden, als de benodigde fiscale autonomie, wat nochtans de opdracht van de werkgroep was.”
Het slotbesluit van de werkgroep is dus volstrekt zielig in vergelijking met de ambitieuze en doortastende vijf Vlaamse resoluties van 1999, die resoluut voor Vlaamse fiscale autonomie en homogene bevoegdheden pleitten. “In 1999 slaagde men erin een institutioneel toekomstproject voor Vlaanderen uit te tekenen”, aldus nog Slootmans. “Er werd […] een gezonde en sterke ambitie richting meer Vlaamse autonomie getoond die legislatuuroverschrijdend was. Men was toen ook niet te beroerd om daar de oppositie bij te betrekken en de eigen meerderheid te overstijgen.”
“Daar is in deze [huidige] conceptnota niets meer van te bespeuren”, besluit Slootmans. “De les die we uit 2014-2018 hebben getrokken, is dat met een N-VA die in de federale regering zit, het communautaire in de diepvries wordt gestoken en de status quo domineert. De les die hieruit getrokken moet worden, is dat zélfs met een N-VA die niét in federale, maar wél met traditionele partijen in de Vlaamse regering zit, óók tot een communautaire stilstand leidt. [Het is dus] duidelijk: als N-VA nog de ambitie heeft om vooralsnog meer autonomie voor Vlaanderen te realiseren, dan zal dat met het Vlaams Belang moeten gebeuren.”