Vlaams Belang wil meer inspraak van Vlaanderen in Europa: “Gedateerde samenwerkingsakkoorden herzien”
Het Vlaams Belang laakt het gebrek aan urgentiegevoel van de regering om de samenwerkingsakkoorden – tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten – van 1994 te hervormen. “We werken nog steeds op basis van akkoorden die een kwarteeuw geleden tot stand zijn gekomen, die moeten dringend hervormd worden zodat Vlaanderen meer betrokken wordt bij de toekomst van Europa”, zei Vlaams Volksvertegenwoordiger Johan Deckmyn (Vlaams Belang) in het Vlaams Parlement.
Minister-president Jan Jambon (N-VA) ondertekende op 6 mei een open brief aan drie covoorzitters van de conferentie over de toekomst van Europa. Daarin eisen Vlaanderen en 16 andere regio’s meer inspraak bij het Europese herstel omdat de EU-wetgeving onvoldoende rekening houdt met hun rol. Jambon stelde ook dat hij initiatieven wil nemen ‘binnen afzienbare tijd’ tot meer samenwerking tussen de Europese sterke regio’s, maar die bleven tot op heden uit. Deckmyn wees de minister-president er wel op dat Vlaanderen beschikt over een bevoorrechte positie in de EU, voortvloeiend uit de unilaterale verklaring (nr. 51) die België aflegde en werd gekoppeld aan het Verdrag van Lissabon. Daaruit blijkt dat het Vlaams parlement beschouwd kan worden als een kamer van het federale parlement binnen de EU, waardoor het dus - in tegenstelling tot andere Europese regio’s - op gelijke hoogte staat met het federale parlement.
“Jambon moet spanning op de boog garanderen richting de herwerking van die samenwerkingsakkoorden”
Volgens het Vlaams Belang is het dan ook problematisch dat de manier waarop de vertegenwoordiging van België in de EU geregeld wordt nog steeds gebaseerd is op een akkoord uit 1994. Jambon kondigde echter op ons aandringen eerder al aan dat hij gesprekken had met de federale regering over een hervorming. “Intussen is nog niets herwerkt en dringt de tijd, want de plenaire vergadering van de toekomstconferentie komt deze maand samen om de verdere organisatie te bepalen”, reageert Deckmyn. “Onvoldoende rechtstreekse betrokkenheid van het Vlaams Parlement zou in tegenspraak zijn met de positie die we verkregen.”
Deckmyn verwees daarbij ook naar een eerdere door de minister-president ondertekende open brief aan de Europese leiders waarin Vlaanderen samen met 23 regio’s meer betrokkenheid opeiste bij het Europese herstel na corona. “Blijkt er nu dat er bereidheid is bij de Europese leiders om een prominentere rol toe te kennen aan de regio’s?”, vroeg Deckmyn. Jambon antwoordde dat dat af te wachten valt. Het blijkt dus dat er intussen inderdaad weinig veranderd is. “De minister-president moet niet enkele bedelen, maar ook zélf initiatieven nemen”, vervolgt en besluit Deckmyn. “Jambon moet als minister-president de hervorming van de samenwerkingsakkoorden eisen zodat we als Vlaanderen luider onze stem kunnen laten klinken tegenover de Europese machtscentra.”