Persberichten
dinsdag, 30 jan 2024

Vlaams Belang stelt eerlijker sociaal tarief voor energie voor

Foto: iStock. Vlaams Belang stelt eerlijker sociaal tarief voor energie voor

Vandaag werd in de commissie Energie een voorstel van resolutie van het Vlaams Belang besproken om het sociaal tarief voor energie te hervormen. “We stellen een sociale en eerlijke verdeling voor, omdat de door Vivaldi beloofde hervorming er nooit gekomen is”, zegt Kamerlid Reccino Van Lommel. “Zo willen we een categorie begunstigden toevoegen op basis van het inkomen. We willen ook door het sociaal tarief te plafonneren verdere verspilling tegengaan.”

Het sociaal tarief is een gunstig tarief voor electriciteit, aardgas of warmte. Het is een maatregel, in het leven geroepen om verschillende categorieën van rechthebbenden te helpen hun energiefactuur te betalen. “Momenteel is de toekenning van het sociaal tarief voor energie gekoppeld aan bepaalde statuten en niet aan inkomen. Zo hebben bijvoorbeeld mensen die een leefloon van het OCMW ontvangen, er recht op”, aldus Van Lommel. “Maar veel gezinnen met financiële moeilijkheden vallen op die manier uit de boot. Daarom wil het Vlaams Belang een tweede categorie invoeren van mensen die voor het sociaal tarief in aanmerking moeten kunnen komen. Een categorie op basis van het netto belastbaar gezinsinkomen.”

“Het sociaal tarief moet gaan naar de mensen die er het meest nood aan hebben”

Met haar voorstel tot hervorming wil de partij ook verspilling tegengaan en het systeem betaalbaar houden. Vandaag is het verbruik binnen het sociaal tarief immers niet beperkt tot een bepaalde hoeveelheid in kilowattuur, zodat mensen die genieten van het sociaal tarief, daaraan zoveel kunnen verbruiken als ze willen. “En dat zorgt voor verspilling, voor een hogere factuur voor de belastingbetaler die uiteindelijk dit sociaal tarief bekostigt.”

Voor het Vlaams Belang moet het sociaal tarief gaan naar de mensen die er het meest nood aan hebben. “En daarom pleiten we voor een degressief systeem”, besluit Van Lommel. “Gezinnen waarvan het gezinsinkomen 80 procent of minder is dan het referentie-inkomen moeten het gemiddeld verbruik van hun gezins- en verwarmingstype aan sociaal tarief krijgen. Indien het inkomen tussen 80 en 90 procent van het referentie-inkomen bedraagt, is dat 75 procent. En ligt het inkomen tussen 90 procent en 100 procent van het referentie-inkomen, gaat het om 50 procent. Al het verbruik dat daarbuiten valt, wordt dan aangerekend aan het commercieel tarief.”