Nieuws
donderdag, 28 nov 2024

Vlaams Belang dringt aan op extra steun voor noodlijdende sportfederaties

Foto: iStock. Vlaams Belang dringt aan op extra steun voor noodlijdende sportfederaties

Deze week werd in de media de malaise bij de Vlaamse topsport belicht. Zo worden de sportfederaties momenteel tot besparen gedwongen en zien ze medewerkers uitvallen. In de huidige begroting van de regering van Matthias Diependaele (N-VA) wordt Sport in vergelijking met andere beleidsdomeinen stiefmoederlijk behandeld”, zegt Vlaams Parlementslid Bart Van Opstal (Vlaams Belang). “Minister van Sport Annick De Ridder (N-VA) belooft overleg te zullen voeren met de federaties. Ik dring erop aan dat dan extra steun wordt toegezegd, want als men de sportfederaties extra opdrachten geeft, moet daar ook voldoende extra ondersteuning tegenover worden geplaatst.” 

Het mag duidelijk zijn dat de euforie rond de Olympische Spelen voorbij is, en dat iedere sportfederatie moeilijke tijden beleeft. Zo moest Voetbal Vlaanderen ondertussen al enkele medewerkers ontslaan, hebben de turnfederatie en de zwemfederatie geen budget meer voor een nieuwe coach, en gaat Atletiek Vlaanderen volledig in besparingsmodus. “In de toekomst zal men in de topsportschool zelfs moeten beknippen op de voeding, zo ver is het gekomen”, aldus Van Opstal, die gisteren over de kwestie minister De Ridder ondervroeg.

“Verschuif middelen tussen de beleidsdomeinen”

“Iedere week bezoek ik sportfederaties, en wat zij vragen is om tegenover de bijkomende opdrachten die ze toegeschoven krijgen ook de nodige financiering te stellen”, gaat Van Opstal verder. “Bijvoorbeeld om de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag beter te kunnen begeleiden en om G-sporters meer kansen te kunnen bieden. Misschien zouden er voor deze belangrijke taken enkele budgetten van andere domeinen doorgeschoven kunnen worden naar Sport.”

“We stellen vast dat het beleidsdomein Sport door de Vlaamse regering van Matthias Diependaele stiefmoederlijk behandeld wordt. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer we de forse budgetten voor bepaalde cultuurhuizen vergelijken met de aalmoes die sport krijgt”, aldus nog Van Opstal. “Het is toch niet normaal dat cultuurhuis De Vooruit in Gent evenveel subsidies krijgt als 2.600 Vlaamse voetbalclubs samen, en dat het stadstheater in datzelfde Gent evenveel subsidies opstrijkt als alle hockey-, basketbal- en judoclubs samen?”

Op de concrete vraag van Van Opstal of de federaties meer middelen zullen krijgen, bleef de minister het antwoord schuldig. “En dat is niet de eerste keer. Het wordt ondertussen voor iedereen duidelijk dat het ‘centralisatieplan’ en de ‘efficiëntieoefeningen’ waarover ze het heeft, niets anders betekenen dan besparingsplannen”, zegt Van Opstal. “In antwoord op de stroom van kritiek op de beperkte budgetten die voorzien worden in de momenteel voorliggende begroting, verwijst de minister nu naar later overleg in het kader van een op te maken topsportplan. Ik wil erop aandringen dat er dan wél toezeggingen gedaan worden in het kader van de broodnodige extra steun.”