Versnelde levering F16's aan Oekraïne brengt weinig zoden aan de dijk

Het Vlaams Belang vreest dat de versnelde levering van enkele F-16’s-Gevechtsvliegtuigen aan Oekraïne vooral zal bijdragen aan de escalatie van het conflict. “Er moet ingezet worden op onderhandelingen”, zegt Kamerlid Annick Ponthier. “Dit is een overhaast genomen regeringsbeslissing, waarvan het effect wellicht verwaarloosbaar is, maar die wel veel risico’s inhoudt.”

Op een van de laatste ministerraden werd beslist de geplande levering van maximaal vier F-16’s te versnellen. “Normaal zou de levering in kwestie pas vanaf 2025 plaatsvinden, omdat België dan kan beschikken over de eerste F-35’s. “De beslissing om nog dit jaar gevechtsvliegtuigen naar Oekraïne te sturen werd uiteraard ingegeven door de penibele situatie aan het front”, aldus Ponthier. “Maar het is ten zeerste de vraag of de toestellen daar verandering in zullen kunnen brengen. In militaire kringen is men vooral van mening dat het weinig effect zal hebben. Zo liet ook de Nederlandse luchtmachtcommandant André Steur al verstaan dat de F-16 geen wondermiddel is.”

“Vivaldi geeft weg wat we zelf nodig hebben”

Het Kamerlid wijst erop dat dit land pas vanaf 2025 in de technische mogelijkheid zal verkeren om te leveren. “Vivaldi geeft weg wat we zelf nodig hebben voor onze eigen luchtverdediging en operaties. Defensie heeft te weinig F-16's en de F-35's komen met vertraging aan”, aldus nog Ponthier. “De aankoop van de F-35 was sowieso een twijfelachtige beslissing, gelet op technische mankementen, de dure aankoop- en onderhoudskost, de strategische afhankelijkheid van Amerika ten nadele van de Europese defensie-industrie, en de magere terugverdieneffecten van het toestel.”

“De levering van de Belgische F-16's draagt bij aan verdere escalatie. Het is tijd voor onderhandelingen als we ooit deze oorlog willen stoppen”, besluit Ponthier. “Het is trouwens opmerkelijk dat Vivaldi deze politieke beslissing neemt, terwijl eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) ons steeds voorhield dat het de volgende regering ging zijn die dergelijke beslissingen zou nemen.”