Interview
vrijdag, 08 jan 2021

“Van ‘islamofobie’ een misdrijf maken is een bedreiging voor de vrije meningsuiting”

‘Tegendraads’ is de titel van het boek van Mia Doornaert dat eerder dit jaar verscheen. En om de ondertussen 75-jarige dame te omschrijven bestaat er misschien geen beter woord dan die titel. We hoeven onze ruim vier decennia aan archieven echt niet om te keren om tot de bevinding te komen dat er nooit eerder iemand van adel onze redactie een interview toestond. Het is een onafhankelijkheid die barones Doornaert typeert en die maakt dat, wanneer zij aanwezig is, programma’s als ‘De Afspraak op Vrijdag’ nog het bekijken waard zijn.  

Hoe hebt u coronajaar 2020 beleefd?

 2020 was een rampzalig jaar. Hoewel ik al enige tijd met pensioen ben, heb ik nog altijd een zeer actief leven. Maar mijn agenda van 2020 staat vol geschrapte lezingen, reizen, familie- en andere feesten. Gezellig samen tafelen met vrienden viel ook al weg. Mijn man is gestorven en dus woon ik alleen, en dan komt het wegvallen van een groot deel van het actieve en sociale leven heftig aan. Stilaan druppelen weer uitnodigingen binnen voor conferenties, ook op cruises, in het komend najaar. Ik durf het lot niet tarten door dat al plannen te noemen. Maar ik hoop toch vurig dat ten laatste na de zomer het leven weer min of meer normaal wordt.

Sta ons toe even over de actualiteit te praten. Het najaar van 2020 werd opnieuw opgeschrikt door islamistisch geweld. Terwijl de Franse president Emmanuel Macron reageert met het islamisme aan te pakken, wil minister van Justitie Vincent van Quickenborne de “islamofobie” bestrijden. Is dit verzoenbaar met de vrijheid van meningsuiting?

Een minister van een partij die voor de vrijheid zegt te staan, wil de vrije meningsuiting beknotten. Die minister, die tot dè partij van het antiklerikalisme behoort, wil dat uitgerekend doen ten voordele van de godsdienst die juist de meeste moeite heeft met de scheiding van religie en staat. En hij wil dat doen in naam van een nefast begrip.

‘Islamofobie’ is, zoals ik al vaak geschreven heb, een dwaze term. Een fobie is een irrationele angst, zoals claustrofobie, agorafobie enzovoort. Mensen die daaraan lijden bestraft men niet. Kritiek op de islam kan je niet als een ‘fobie’ bestempelen, evenmin als vlammende kritiek op andere godsdiensten. Denk eens aan alle blasfemische films, afbeeldingen, affiches over de katholieke kerk. Heeft iemand ooit over ‘christianofobie’ gesproken? Waarom zou kritiek op, of satire over de islam dan wel een ‘fobie’  zijn? Van ‘islamofobie’ een misdrijf maken is een bedreiging voor de vrije meningsuiting.

De minister van Justitie wil ook dat persmisdrijven niet meer voor een hof van assisen maar voor een correctionele rechtbank komen. Hoe zouden die een lijn moeten trekken tussen islamkritiek en islamofobie?

Ten eerste huiver ik voor een gouvernement des juges. Maar mijn fundamenteel bezwaar is dat ‘islamofobie’ een notie introduceert die niet thuishoort in een seculiere staat. Die term gaat ervan uit dat een godsdienst, in dit geval de islam, niet een privé-overtuiging is maar een identiteit. Van Quickenborne gaat die weg op want hij zei in het parlement dat hij ‘homofobie en islamofobie’ wil bestrijden. Dat zijn twee totaal verschillende zaken. Je kan niet uit je seksuele geaardheid stappen. Je kan wel van (geloofs)overtuiging veranderen. Tenminste, dat kan je in democratische landen. Maar niet in de islamitische leer waar scheiding tussen godsdienst en staat nauwelijks denkbaar is. Vergis u niet, ook in het zogenaamd seculiere Turkije van Kemal Atatürk bleef de islam de dominerende godsdienst. De andere godsdiensten waren er aan harde beperkingen onderworpen. De oecumenische orthodoxe kerk die in Istanbul, het voormalige Constantinopel, haar zetel heeft, werd en wordt er doodgedrukt, onder totale onverschilligheid van het Westen. Sinds Erdogan en zijn AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) in 2002 aan het bewind kwamen dient Turkije zich weer openlijk aan als islamitisch land.

Het gepraat over ‘islamofobie’ getuigt van intellectuele gemakzucht of moedwillige onwetendheid, omdat het weigert het fundamentele verschil in religieuze tradities te zien. De evangeliën bevatten alleen een godsdienstige leer. De koran daarentegen is óók een codex van wetten en regels. Daarop juist steunt de Verklaring van Caïro, die in 1990 door de 57 landen van de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC) werd aangenomen. Dat ‘islamitische antwoord’ op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties (1948) holt die Verklaring in feite uit. Alle rechten en vrijheden worden immers onderworpen aan ‘de grenzen van de sharia’. Die islamitische rechtsleer houdt onder meer discriminatie van vrouwen en andersgelovigen in, en ook de doodstraf voor geloofsafval. Beseft Van Quickenborne dat een aantal van die landen ‘islamofobie’ inroept om moslims gevangen te zetten, te martelen, te executeren? Hoe kan je die totalitaire notie in onze rechtspraak binnenbrengen?

Bent u nu zelf niet islamofoob?

Ten eerste, als vrouw heb ik goede redenen om waakzaam te zijn ten aanzien van de islam. Tijdens reportages en andere reizen in moslimlanden heb ik terdege aangevoeld wat het is een tweederangsmens te zijn. Mijn mannelijke collega’s zie ik daar hun gebruikelijke kleren dragen. Als vrouw heb je voor die reizen een aparte garderobe nodig. Je moet je in sommige landen van kop tot teen bedekken, alsof je een melaatse bent. Je hebt veel minder bewegingsvrijheid, je moet heel erg op je tellen passen. Dat verschil maakt allicht dat Westerse mannen in het algemeen lankmoediger zijn voor de islam. Zij voelen zich niet bedreigd, en misschien hebben sommigen zelfs een al of niet onbewust heimwee naar een ‘cultuur’ waarin vrouwen nog ‘hun plaats’ kennen. Maar ik wil niet dat in mijn land de moeizaam verworven rechten van vrouwen, en met name van meisjes en vrouwen uit de migratie, beknot worden in naam van ‘respect voor andere culturen’. Dat is democratie, geen islamofobie.

Ten tweede, en meer ten gronde, het is niet islamofobisch om feiten te onderkennen. Feit: de islam is net zo min een ras als het christendom dat is. Beide religies tellen wereldwijd honderden miljoenen gelovigen, van elke mogelijke huidskleur.

Ten derde, de vermenging van godsdienstkritiek met racisme is gevaarlijk want ze verzacht de notie van racisme. Kijk naar de commotie op de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen omdat een professor een scherpe cartoon over de islam gebruikte in een les over vrije meningsuiting. ‘Racisme!’ Worden cartoons over bvb pedofiele priesters ook ‘racisme’?

Racisme is mensen minachten, wantrouwen, uitsluiten, vervolgen wegens hun huidskleur of ras en dat is een fundamentele schending van de menselijke waardigheid. Er bestaat nooit een excuus voor racisme, of het nu van uiterst-rechts of van links of van migranten zelf komt. Je kan mensen niet reduceren tot een huidskleur, die slechts een microscopisch laagje vormt dat niets te maken heeft met je brein, je hart, je talenten en overtuigingen.

Ik ben overigens ongerust over een trend ter linkerzijde om mensen wel weer op te delen volgens hun huidskleur. Ditmaal zijn de ‘witte’ mensen kop van jut. Volgens die trend zijn ze allemaal, ook de meest progressieven onder hen, onvermijdelijk behept met koloniale en racistische vooroordelen. Die polarisering tussen ‘witten’ en ‘mensen van kleur’ vind ik zeer bedenkelijk. Ze kan zelfs het gevaar inhouden dat men hier geweld door niet-blanken gaat vergoelijken  omdat dit een slechts reactie zou zijn op de onuitwisbare schuld van de blanken. Hoe bouw je daarmee een tolerante, vreedzame maatschappij op?

De regering wil ook het zogenaamde fake news aanpakken. Wat vindt u daarvan?

Ik begrijp de bedoeling. Ook in andere democratische landen wordt daaraan gedacht. Maar een simpel antwoord is onmogelijk. Als een regering ‘vals nieuws’ wil aanpakken betekent dit dat de politiek, of eventueel rechters, uitmaken wat  ‘juist’ nieuws is. Dat smaakt naar een ‘officiële waarheid’ die onverzoenbaar is met democratie.

De ongehinderde wereldwijde communicatie heeft een onschatbaar goede kant, namelijk dat totalitaire regimes veel moeilijker hun bevolking kunnen afsluiten van de buitenwereld. Maar zoals altijd is er ook de keerzijde van de medaille, in dit geval de vloedgolf van leugens en haat die ongehinderd over de wereld stroomt. De Westerse wereld heeft internetgiganten al ter verantwoording geroepen. Facebook en Instagram verwijderen nu bijvoorbeeld beelden met ‘blackface’, dus ook Zwarte Piet, omdat die als kwetsend aangevoeld worden door mensen van kleur. Maar wat doen ze, om een ander voorbeeld te nemen, tegen de massale verspreiding in en door de moslimwereld van jodenhaat en gigantische leugens? Honderden miljoenen mensen geloven daar nog altijd dat nine eleven een Joods complot was – of niet heeft plaatsgevonden. Dat roept dus vragen op over de politieke agenda van Facebook en de andere reuzen van de digitale communicatie.

Geheim agent 007 zal gespeeld worden door een zwarte vrouw. Een generatie geleden had men dit waarschijnlijk weggelachen. Waar moet het eindigen vooraleer de progressieven tevreden zijn?

Ik beschouw mezelf als progressief maar ik vind dit een idioot idee. Het is normaal en nodig dat zowel vrouwen als mensen van kleur meer en betere rollen, en meer plaats achter de camera opeisen in Hollywood, dat nog altijd gedomineerd wordt door blanke mannen. Maar dat doe je door prachtige verhalen voor vrouwelijke en niet-blanke acteurs te creëren, niet door bestaande rollen, zoals special agent 007, als het ware een blackface op te kleven.

Zo heb ik ook mijn bedenkingen bij het ‘actualiseren’ van oude meesterwerken. Ik heb er uiteraard geen probleem mee dat vandaag titelrollen in opera’s gezongen worden door niet-blanke zangers, of dat de prins in het Zwanenmeer een zwarte danser is. Dat weerspiegelt de open Westerse wereld waarin we leven. Maar ik baal ongelofelijk wanneer er gerotzooid wordt met toneelstukken van Shakespeare, met opera’s van Mozart, en met alle mogelijke meesterwerken, om ze minder ‘xenofoob’, ‘homofoob’, ‘seksistisch’ en noem maar op te maken. ‘The past is a foreign country; they do things differently there.’ Die beroemde openingszin van de roman ‘The Go-Between’ (1953) van de Engelse schrijver L.P. Hartley blijft helemaal waar. Kunstwerken zijn producten van hun tijd. Je kan ze niet veroordelen omdat ze die tijd weerspiegelen. Het feit dat ze eeuwen getrotseerd hebben getuigt van hun universele waarde. En dan zeg ik, verkracht ze niet, zet ze geen blackface op, maar schrijf nieuwe grootse werken die deze tijd in al zijn complexiteit weerspiegelen.

Het gaat niet enkel over theater, film en ballet natuurlijk. Kerstverlichting wordt winterverlichting, paaseieren zoekeieren, de kerstkribbe ligt onder vuur… Heel onze cultuur lijkt onder vuur te liggen. Het Vlaams Belang startte op 30 november daarom met een campagne om de tradities te redden. Men kan ook een petitie tekenen. Wat vindt u daarvan?

Ik vind het zeer kortzichtig dat men het christendom, dat de Europese cultuur heeft helpen kneden, zo fanatiek wil uitvlakken. Ik zeg dat niet alleen omdat ik katholiek ben, maar vooral omdat men onze maatschappij aldus afsnijdt van een van haar wortels. Haal eens uit de musea alle kunstwerken weg die geïnspireerd zijn door het kerstverhaal, door het Oude en Nieuwe Testament, door heiligenlevens. Wat een kaalslag zou dat worden.

Maar persoonlijk vind ik het geen goed idee om de verdediging van waardevolle tradities aan een politieke partij te koppelen. Alle Vlamingen die willen dat die tradities gehandhaafd worden moeten zich daarover laten horen, zonder schrik om niet politiek correct te lijken. Dat kan met een petitie, maar ze kunnen bijvoorbeeld ook beginnen met voor dit naderende jaareinde papieren of digitale wenskaarten te boycotten die het alleen over ‘prettige feestdagen’ hebben, en boodschappen te verkiezen die ook een zalige of vredige Kerst toewensen. Wat ik bij dezen aan uw lezers wens.

Opgetekend door Frederik Pas