Tolkkosten Vlaamse welzijnssector stijgen met 69 procent
De laatste drie jaar stegen de tolkkosten binnen de Vlaamse welzijns- en gezondheidzorg met 69 procent. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Immanuel De Reuse (Vlaams Belang) opvroeg bij welzijnsminister Hilde Crevits (cd&v). “De toename van tolkopdrachten is een zoveelste kost van het falende migratiebeleid dat de Vlaamse regering zwijgzaam ondergaat”, zegt De Reuse. “Net in deze sector wachten nog zoveel mensen op gepaste zorg en ondersteuning wegens gebrek aan financiële middelen.”
In 2022 betaalde de Vlaamse regering 660.816 euro aan tolkopdrachten. In 2019 bedroeg deze kost nog ‘slechts’ 392.050 euro. In totaal werd er de afgelopen vijf jaar meer dan 2 miljoen euro uitgegeven. De hogere tolkkosten zijn een logisch gevolg van het stijgende aantal opdrachten. In 2020 waren dat er 11.952, in 2022 waren het er al 20.056. De cijfers voor vorig jaar zijn waarschijnlijk nog een onderschatting aangezien niet alle gegevens beschikbaar zijn door technische problemen.
Ook de kosten voor vertaalopdrachten binnen de Vlaamse welzijns- en gezondheidszorg stijgen. De Vlaamse regering betaalde 11.371 euro aan vertaalkosten in 2022 tegenover 7.449 in 2020. Daarnaast steeg ook het aantal vertaalaanvragen van 80 in 2020 naar 116 vorig jaar. Een analyse toont aan dat het bij 43 procent van de vertaalopdrachten gaat over vertalingen van en naar het Arabisch-Levantijns, Dari en Pashtoe.
“De regering kan de tolk- en vertaalkosten verminderen met een kordater inburgeringsbeleid”
“De toename van tolkopdrachten is een zoveelste kost van het falende migratiebeleid dat de Vlaamse regering zwijgzaam ondergaat”, aldus De Reuse. “Onze overheid moet veel consequenter zijn in het gebruik van het Nederlands in de omgang met mensen, zeker als die hier al langer verblijven. Enkel indien de regering een kordater inburgeringsbeleid voert, kan ze deze kost verminderen. Het uitgespaarde geld kan besteed worden aan de vele noden in de welzijnssector, denk maar aan de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg en de sector van de personen met een handicap.”