Nieuws
donderdag, 13 mrt 2025

Te veel sporters vallen uit de boot door beleidsplannen De Ridder

In haar beleidsplannen hanteert minister van Sport Annick De Ridder (N-VA) het focusprincipe. Dat betekent dat de beschikbare middelen voor topsport niet breed verdeeld worden, maar dat ze worden ingezet op een beperkt aantal topsporten. “Concreet gaat 98 procent van het budget naar sporten die aan bod komen op de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles“, reageert Vlaams Parlementslid Bart Van Opstal.  “Hierdoor vallen veel sporters uit de boot – niet zomaar sporters, maar ook wereldtoppers in hun discipline.”

Op 22 januari 2025 lichtte minister De Ridder haar Topsportactieplan toe in de commissie Sport. Ze kondigde een verhoging van het topsportbudget met 5 procent aan, maar houdt vast aan het focusprincipe. Dat betekent dat slechts 2 procent van de middelen overblijft voor atleten in niet-Olympische disciplines. Volgens Van Opstal komt dit neer op een degradatie van die sporten. 

Tal van topsporters zullen hierdoor geen ondersteuning meer krijgen. “Marvin Van Luchene, wereldkampioen zijspan, moet opnieuw volledig zelf instaan voor de financiering van zijn seizoen,” zegt Van Opstal. “Zijspan, een spectaculaire motorsportdiscipline, valt volledig uit de boot. En dat terwijl Vlaanderen een indrukwekkende traditie heeft in de motorcross.” 

“Sportbeleid moet atleten ondersteunen op basis van prestaties, niet louter op basis van het Olympische label”

Ook mountainbiker Zinny Van Looy, die net onder de wereldtop zit in de XCE-discipline, is hetzelfde lot toegeschreven. “XCE is een spectaculaire sport waarin vier mountainbikers het op een kort en intens parcours tegen elkaar opnemen. Er wordt hard gewerkt om deze discipline op de Olympische Spelen van 2032 te krijgen. Krijgt Van Looy nu de nodige ondersteuning, dan is hij een absolute medaillekandidaat in 2032. Maar in het huidige systeem krijgt hij niets.”

Volgens Van Opstal creëert dit beleid een scheeftrekking binnen de sportsector “We spreken hier niet over recreanten, maar over atleten die op wereldniveau presteren. Hen aan hun lot overlaten, betekent dat Vlaanderen schitterend sporttalent verliest.” Hij pleit ervoor om het budget evenwichtiger te verdelen. “Het is goed dat we investeren in Olympische disciplines, maar niet ten koste van andere topsporten. Sportbeleid moet atleten ondersteunen op basis van prestaties, niet louter op basis van het Olympische label.”