Taalverhoudingen binnen Spoorwegpolitie zijn totaal scheefgetrokken
Het Vlaams Belang klaagt de scheefgetrokken taalverhoudingen aan binnen het korps van de Spoorwegpolitie (SPC). Hoe zwaar de Nederlandstaligen ondervertegenwoordigd zijn, mag blijken uit cijfers die Kamerlid Frank Troosters recent opvroeg. “Ze maken in dit land ongeveer 60 procent van de bevolking uit”, aldus Troosters. “Maar binnen het personeel van de SPC is dat slechts 26 procent. Een onaanvaardbaar klein aantal.”
“Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) slaagde er niet in om het personeelstekort binnen het korps aan te vullen”, stelt Troosters vast, “Onder haar beleid is het aandeel van Nederlandstalige agenten opvallend afgenomen, met als uitschieter de regio Brussel waar Franstalige agenten 84 procent van het korps uitmaken.” Waar de Nederlandstalige agenten in Brussel in 2019 al ondervertegenwoordigd waren, met slechts 22 procent van het korps, is hun aandeel daar de voorbije jaren nog verder gedaald tot amper 16 procent.
“Verhouding tussen Nederlandstalige en Franstalige agenten moet correct zijn”
Het Kamerlid vindt het bijzonder pijnlijk om vast te stellen dat de verfransing van de spoorwegpolitie zich onder Verlinden heeft verdergezet. “Voor het Vlaams Belang is het onaanvaardbaar dat Nederlandstalige treinreizigers of treinpersoneel zich in geval van nood veelal tot Franstalige agenten moeten richten”, aldus nog Troosters.
Het Vlaams Belang vraagt de verantwoordelijke minister dan ook dringend werk te maken van een volledige invulling van het voorziene personeelskader bij de spoorwegpolitie, met daarbij een correcte verhouding tussen het aantal Nederlandstalige en Franstalige agenten.
“Het is duidelijk dat een degelijk veiligheidsbeleid binnen het spoorgebeuren geen prioriteit was voor deze minister”, besluit Troosters.