Vlaams Belang wil taalkennis als voorwaarde voor werkloosheidsvergoeding
Voor het Vlaams Belang is een goede kennis van de Nederlandse taal noodzakelijk voor een vlottere integratie in de maatschappij, voor meer kansen op werk, en voor een grotere betrokkenheid met de omgeving. “Wie halsstarrig weigert onze taal te spreken, moet wat ons betreft dan ook het recht op sociale uitkeringen verliezen”, zegt Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken. “En wie de nodige taallessen weigert, kan geen aanspraak maken op een werkloosheidsvergoeding.”
Vandaag heeft maar liefst één op vier werkzoekenden onvoldoende kennis van het Nederlands om te kunnen ingaan op een jobaanbod. “Een vaststelling die steeds weer overstemd wordt door het gedruis van de grijsgedraaide discriminatieschlager”, aldus Van Grieken. “Voor het Vlaams Belang is het daarentegen de logica zelve dat wie rekent op de solidariteit van de gemeenschap waar hij woont, de verplichting heeft zelf het nodige te doen.” Zo moeten volgens de Vlaams-nationalistische partij de instanties voor arbeidsbemiddeling de mogelijkheid krijgen verplichte taallessen op te leggen, en kan wie manifest blijk geeft van onwil tot het leren van de streektaal, niet langer beroep doen op een werkloosheidsuitkering.
“Weigeren onze taal te spreken of aan te leren duidt op een misprijzen voor onze gemeenschap”
Het Vlaams Belang stelt voor dat de in Vlaanderen gevestigde betrokkenen, willen ze hun recht op bepaalde sociale uitkeringen, zoals onder meer de werkloosheidsuitkering, niet verliezen, binnen de twee jaar na de start van de uitbetaling ervan het taalniveau A2 van het Nederlands moeten behalen. “Die termijn is vergelijkbaar met de duur van een standaardtraject Nederlands als tweede taal”, gaat Van Grieken verder. “De verplichting tot het behalen van het taalniveau A2 moet na het verstrijken van de periode van twee jaar gecontroleerd worden.”
“Taal is de basis voor een goede communicatie, op straat, in de winkel en op de werkvloer. Een gebrekkige kennis van het Nederlands zorgt alleen maar voor onbegrip”, besluit Van Grieken. “Het halsstarrig weigeren van onze taal te spreken of zelfs maar van taallessen Nederlandse te volgen, duidt op een misprijzen voor onze gemeenschap, en zoiets moet niet beloond, maar gesanctioneerd worden.”