Studenten L.O. kunnen geen stage lopen door coronacrisis: “Zomerscholen kunnen oplossing bieden”
Door de huidige gezondheidscrisis en schoolsluitingen kunnen veel studenten lichamelijke opvoeding geen fysieke stages lopen. Het Vlaams Belang stelt voor om deze studenten voor hun stage zoveel als mogelijk te laten aansluiten bij de corona-zomerscholen. Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) neemt deze suggestie in overweging. Dit blijkt uit een parlementaire vraag van Kristof Slagmulder (Vlaams Belang).
In een normaal academiejaar kunnen studenten lichamelijke opvoeding buiten op scholen ook praktijkervaring opdoen in sporthallen en via stages bij organisaties die in sportdagen voor scholen voorzien. Door de coronacrisis ligt die sector echter momenteel plat, gezien de restricties op extra-murosactiviteiten. Het risico is nu dat toekomstige turnleerkrachten de basisprincipes onvoldoende zullen beheersen doordat ze geen of te weinig stages kunnen lopen. Dit zou langetermijngevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van de praktijklessen.
Het Vlaams Belang pleit er dan ook voor om deze studenten recht te geven op een alternatief om alsnog hun stages te kunnen uitvoeren. “Zomerstages voor studenten L.O. kunnen gekoppeld worden aan de zomerscholen voor leerlingen met een leerachterstand”, meent Slagmulder. “Het uitgangspunt van de zomerscholen bestaat er immers in om ook voldoende oog te hebben voor het tussendoor spelen of andere recreatieactiviteiten te houden. Het zijn dan ook geen pure kennis-bijspijkerklassen.”
Studenten L.O. moeten voldoende stage-ervaring krijgen in belang van toekomstige praktijklessen
Dit ligt in lijn met het onderzoeksrapport van de zomerscholen van de Thomas More-hogeschool. Een van de uitgangspunten van de zomerscholen is dat ze ook een verrijkingsprogramma moeten implementeren. In dat programma wordt gesuggereerd in te zetten op educatieve werk- en speelvormen waarin het schools karakter minder wordt benadrukt. “Die speelvormen kunnen dus kunnen ingenomen worden door sportvormen en daar kunnen onder andere stagiairs lichamelijke opvoeding voor ingezet worden”, aldus nog Slagmulder.
Een ander alternatief is dat er extra budget voorzien wordt voor een bijscholingstraject van 1 à 3 jaar voor studenten LO die na hun opleiding effectief in het onderwijs terecht komen. “Dat is zeker een piste die ook onderzocht moet worden”, besluit Slagmulder.