Raad van State zet taalevenwicht bij het vuilnis
Het Vlaams Belang is er niet over te spreken dat de voorzitter van het Brusselse hof van beroep Laurence Massart van de Raad van State haar mandaat mag verlengen. “Met dat oordeel veegde het rechtscollege het taalevenwicht van tafel”, zegt Kamerlid Marijke Dillen. “We zullen echter nooit aanvaarden dat binnen de Brusselse Justitie iedere topfunctie gelijktijdig bekleed wordt door een Franstalige.”
Bij het grote publiek verwierf Massart het voorbije jaar algemene bekendheid als voorzitster van het proces over de aanslagen van 2016. “Op dat in het Frans gevoerde proces hadden de terroristen voortdurend drie tolken ter beschikking, en dienden de Nederlandstalige slachtoffers er daarentegen zelf maar voor te zorgen dat de documenten die hun schade bewezen vertaald geraakten”, herinnert Dillen zich. “En met deze Laurence Massart hebben ze in het Brusselse hof van beroep een eerste voorzitter die niet eens in staat is om de Nederlandstalige arresten van haar eigen hof te lezen.”
“Enkel de volledige splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel kan deze situaties voorkomen”
Voormalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) had de mandaatverlenging van Massart eerder geweigerd omdat het op grond van het beginsel van de taalkundige afwisseling de beurt was aan een Nederlandstalige magistraat om die functie in te vullen. Maar de Nederlandsonkundige juriste trok, met succes zo blijkt, naar de Raad van State. “Op grond van het beginsel van de taalkundige afwisseling hadden de Vlamingen in de hoofdstad kunnen en mogen verwachten dat na regen, met een nieuwe en Nederlandstalige voorzitter, zonneschijn kwam”, gaat Dillen verder. “Maar dankzij de Raad van State blijft het in de hoofdstad dus op de hoofden van de Vlamingen regenen.”
Het Kamerlid wijst er in dat verband op dat wanneer Massart opnieuw aan een vijfjarige termijn in het Hof van beroep mag beginnen, er in Brussel gelijktijdig twee Franstaligen zullen zijn die de belangrijkste posten bekleden. “En dat is absoluut onaanvaardbaar”, besluit Dillen. “Samen met de procureur-generaal, een functie waarin een Franstalige een Nederlandstalige opvolgt, is Massart immers verantwoordelijk voor de Nederlandstalige onderzoeken en processen in Brussel en Vlaams-Brabant. Een onhoudbare situatie en vooral een verregaande discriminatie van de Vlamingen dus, en daaraan kan enkel verholpen worden door de volledige splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel.”