“Nieuwe Brusselse taxiwet slag in het water”
“Een nieuwe Brusselse ordonnantie zou de taxisector tot bedaren moeten brengen en de nieuwe moderne vervoersplatformen integreren, maar gaat voorbij aan de echte problemen”. Dat is het besluit van Brussels fractievoorzitter Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang). “Veel Brusselse taxi’s staan bekend om hun matige en dure dienstverlening en kregen terecht concurrentie van de veel veiligere en goedkopere Uber-taxi’s. De Brusselse regering wil deze laatste evenwel meer verplichtingen opleggen en concurrentie verminderen. Dat is misschien goed voor de traditionele taxisector, maar niet voor de Brusselaar en de bezoekers!”
Vier jaar na het afschieten van het ‘Taxiplan Smet’, genoemd naar toenmalig mobiliteitsminister Pascal Smet (one.brussels-Vooruit), komt de Brusselse regering, na veel getouwtrek voor en achter de schermen, met een nieuw ontwerp om de sector wettelijk te reorganiseren. De taxi’s zullen in hoofdzaak onderverdeeld worden in twee categorieën: enerzijds de klassieke taxi’s met vaste staanplaats en anderzijds de straattaxi’s, die rijden via de bemiddeling van de moderne apps.
Vervoort heeft zich laten rollen door de taxilobby
“Brussels regeringsleider Rudi Vervoort (PS) stond onder zware druk van de klassieke taxichauffeurs en hun lobbywerk, sommigen hebben het daarbij zelfs over een taximaffia, dat leest men duidelijk in het ontwerp” analyseert Lootens-Stael. “De nieuwe wet beperkt duidelijk de vrijheid van ondernemen en legt aan beide soorten taxisectoren dezelfde plichten zonder dat ze gelijke rechten krijgen. Het is een vaag kader met veel ruimte voor de regering om beperkingen op te leggen aan nieuwkomers. Men wil voor de ganse sector een strenge numerus clausus want ‘concurrentie leidt tot slechtere kwaliteit’ volgens Vervoort. Een beter bewijs dat de Brusselse meerderheid in het verleden blijft steken, is er niet.”
Volgens Lootens-Stael is het duidelijk. “Iedereen die de Brusselse taxiwereld een beetje kent, moet toegeven dat velen meer vertrouwen hebben in veiligere en goedkopere systemen die traceerbaar zijn. Dat is met de klassieke taxisector niet het geval waarbij het huidig systeem met beperkte vergunningen en opleidingen niet heeft geleid tot een betere dienstverlening“, aldus Lootens Stael. “integendeel. Dit systeem nu uitsmeren over alle taxivervoer is een slag in het water en nefast voor de taxigebruiker. Er zijn goede voorbeelden qua organisatie in de rest van Vlaanderen en het buitenland, maar de Brusselse machthebbers blijven liever op hun eiland zitten.”
Ook het taalaspect wordt door Lootens-Stael niet vergeten: “Taxi’s onder welke vorm ook vervullen een openbare dienst en moeten daarom in de twee talen kunnen functioneren. Bij de opleiding, die men nu aan iedereen wil opleggen, hoort ook een basiskennis Nederlands en desnoods Engels, want in de meeste taxi’s wil men enkel het Frans verstaan! Meertaligheid en minstens tweetaligheid hoort bij een eigentijds georganiseerd personenvervoer.”