Nieuws
vrijdag, 12 jul 2024

Nieuw in het Vlaams Parlement: Freija Van den Driessche

Foto: Vlaams Belang. Nieuw in het Vlaams Parlement: Freija Van den Driessche

Freija Van den Driessche (1989) uit Sint-Lievens-Houtem is apotheker van opleiding en behaalde een doctoraat in de farmaceutische microbiologie aan de UGent. Ze was werkzaam in de farmaceutische industrie voordat ze in 2020 parlementair medewerker werd voor de Vlaams Belang-Kamerfractie. Ze volgde daar de commissie Volksgezondheid op. Op 9 juni werd ze op de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement verkozen met 15.995 voorkeurstemmen. Met dit hoge stemmenaantal verraste ze vriend en vijand, en werd ze in de lokale pers beschreven als ‘het wit konijn van het Vlaams Belang’.

Wat bracht u bij het Vlaams Belang, Freija?

Enerzijds werd het Vlaams-nationalisme me met de paplepel ingelepeld door mijn grootvader, je kan je dus wel voorstellen hoe fier deze 92-jarige vandaag is met een Vlaams volksvertegenwoordiger in de familie. Anderzijds was het voor mij altijd al duidelijk dat het Vlaams Belang de enige partij is die strijdt voor Vlaamse autonomie. We worden geconfronteerd met vele problemen en uitdagingen, en het communautaire is hier altijd aan gelinkt. Andere partijen miskennen deze communautaire spanningen. Ze willen of durven geen grote stappen zetten en echt hervormen, waardoor duurzame oplossingen uitblijven. Ik zal dus altijd blijven strijden met het Vlaams Belang voor dat Vlaamse zelfbestuur.

Wat worden uw aandachtspunten in het Vlaams Parlement?

De voorbije jaren heb ik de commissie volksgezondheid in de Kamer opgevolgd. Het is dan ook logisch dat ik nu in het Vlaams Parlement mij hierin verder specialiseer, en mij dus engageer in de commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. De uitdagingen in de zorg zijn gigantisch. We kampen met lange wachtlijsten en personeelstekorten, terwijl er een vergrijzingsgolf op ons afkomt, in budgettair moeilijke tijden. Het is belangrijk dat de beschikbare middelen worden ingezet waar de noden het hoogst zijn voor onze mensen, en dat deze middelen niet gaan naar allerhande onnodige subsidies.