Nieuw EU-inbreukprocedure tegen Belgische overheid: ongelijke fiscale behandeling van de huurinkomsten uit onroerend goed in het buitenland blijft aanslepen
Vlamingen die onroerend goed verhuren in het buitenland blijven in fiscale onzekerheid
Anderhalf jaar geleden oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de Belgische overheid door een ongelijke fiscale behandeling van de huurinkomsten haar ingezetenen de facto ontmoedigt om in het buitenland vastgoed aan te kopen. De huurinkomsten van Belgische belastingplichtigen uit onroerend goed in het buitenland worden immers berekend op basis van de reële huurwaarde, terwijl de huurinkomsten uit onroerend goed in België worden gebaseerd op het kadastraal inkomen. Dit betekent dat een Vlaming die een onroerend goed in het buitenland verhuurt fiscaal wordt gediscrimineerd t.o.v. een Vlaming die in Vlaanderen een onroerend goed verhuurt.
De Europese Commissie heeft op 25 juli jongstleden besloten België voor het Hof van Justitie te dagen omdat de federale regering nog steeds geen wetswijziging heeft doorgevoerd. Federaal Volksvertegenwoordiger Kurt Ravyts (Vlaams Belang) confronteerde Minister van Financiën De Croo (Open VLD) in de Kamercommissie Financiën met deze aanslepende problematiek die door diens voorganger Van Overtveldt (N-VA) op geen enkel moment werd aangepakt.
Maar ook Minister De Croo moest een echt antwoord schuldig blijven. Gelet op de realiteit van een regering in lopende zaken kan enkel “worden onderzocht” op welke manier een fiscale oplossing kan worden gevonden die op een afdoende wijze een antwoord biedt op de strijdigheid van de fiscale behandeling van buitenlandse onroerende inkomsten met het EU-recht.
In ieder geval kan deze nieuwe inbreukprocedure tegen België ook in dit dossier leiden tot dwangsommen. Ondertussen blijven de Vlamingen die onroerend goed in het buitenland verhuren voor hun vastgoedfiscaliteit nog steeds in onzekerheid. Het Vlaams Belang zal de volgende maanden dit dossier blijven opvolgen.
