Nieuw in de Kamer: Britt Huybrechts
Britt Huybrechts (1999) behaalde een master in geschiedenis en een educatieve master aan de KU Leuven. Als student was ze actief in het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV), waar ze als eerste vrouw ooit praeses werd. Ze werkte enkele jaren als leerkracht geschiedenis alvorens ze in 2024 bij de studiedienst van het Vlaams Belang en als politiek secretaris van de Vlaams Belang Jongeren ging werken. Dit jaar kwam ze in het nieuws met haar citaat over de ‘stoute Mohammedjes en brave Johannessen’. Volgens de linkse media kwam ze zo ‘onder vuur te liggen’, maar voor de gewone Vlaming met gezond verstand verkondigde ze enkel de waarheid. Op 9 juni kreeg ze als lijsttrekker voor de Kamer op de Vlaams-Brabantse lijst 24.408 voorkeurstemmen.
Wat bracht je bij het Vlaams Belang, Britt?
Daarvoor moeten we even terug in de tijd, naar de lessen geschiedenis van het vijfde en zesde middelbaar. Daar leerden we over de Vlaamse Beweging en de onderdrukking van de Vlamingen doorheen de tijd. Ik weet nog hoe in die tijd het Vlaamse vuur voor het eerst echt begon te branden, toen ik besefte dat deze onderdrukking nooit is gestopt, maar gewoonweg andere gedaantes heeft aangenomen. Ik maakte de keuze om me in te zetten voor de Vlaamse zaak. Dat probeerde ik eerst op lokaal niveau bij de N-VA, maar ik kwam al snel tot het besef dat de N-VA geen Vlaams-nationalistische partij meer is, maar een systeempartij is geworden die in ruil voor macht, postjes en geld de Vlaming letterlijk en figuurlijk in de kou laat staan. Mijn engagement bij het KVHV maakte de overstap naar het Vlaams Belang dan ook zeer logisch.
Wat worden uw aandachtspunten in de Kamer?
Vanuit mijn interesse in geschiedenis en politiek wil ik me vol overtuiging inzetten voor de commissie Buitenlandse Zaken. Zelfs in die commissie stoten we regelmatig op communautaire problemen, zoals bijvoorbeeld in de diplomatie. Anderzijds zal ik vanuit de commissie Mobiliteit en Overheidsinstellingen de belangen van de Vlaams-Brabanders verdedigen in alle luchtvaartdossiers. Ook bij de Regie der Gebouwen zien we dat het communautaire een rol speelt omdat de verhouding tussen Nederlandstalige en Franstalige werknemers zwaar scheef zit. Daarnaast zie ik het ook als mijn taak om de federale vastgoedportefeuille van dichtbij in de gaten te houden. Investeringen zijn belangrijk, maar de beleidsmakers hadden de laatste decennia serieuze gaten in hun handen, en er zijn maar weinig vorderingen gemaakt op vlak van overheidsgebouwen. Heel wat van die gebouwen zijn trouwens deel van ons cultureel erfgoed, en ik wil mij dan ook inzetten om dat voor de komende generaties te beschermen.