Nieuws
dinsdag, 16 mrt 2021

Meeste werknemers met arbeidshandicap hebben geen werkbaar werk: “Bestaande ondersteuning beter bekendmaken”

Het Vlaams Belang betreurt dat een grote meerderheid van de werknemers met een arbeidshandicap geen werkbaar werk heeft. Ondanks alle beloftes en initiatieven van de Vlaamse regering, blijkt dat de situatie er niet op verbeterd is. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) voerde een werkbaarheidsmeting uit en raadt nu aan om de bestaande ondersteuning en subsidies beter bekend te maken. “Maatwerk en communicatie zijn essentieel in het werkbaarder maken van het werk van mensen met een arbeidsbeperking”, aldus Vlaams Parlementslid Ilse Malfroot (Vlaams Belang) die er een parlementaire vraag over stelde aan minister van Werk en Economie Hilde Crevits (CD&V).

De werkbaarheidsmeting van 2019 werd uitgevoerd bij 15.000 werknemers en recent gepubliceerd door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Uit die meting blijkt dat werknemers met een arbeidshandicap minder vaak werkbaar werk hebben. Het gaat dan om knelpunten zoals stress, motivatieproblemen, gebrek aan leermogelijkheden of een onevenwicht in de balans werk-privé. Voor degenen met een zware arbeidshandicap gaat het om amper 15,2% die werkbaar werkt heeft en voor werknemers met een lichte arbeidshandicap om 32,9%. Bij degenen zonder arbeidshandicap is dit meer dan de helft. In vergelijking met eerdere metingen, tonen deze cijfers aan dat de werkbaarheid voor alle werknemers gedaald is.

In de praktijk blijkt dat de werkplek al te vaak onvoldoende aangepast is aan de noden van de personen met een handicap”

Volgens het Vlaams Belang moet de Vlaamse regering dan ook meer initiatieven nemen om het werk van mensen met een arbeidshandicap werkbaarder te maken. “De cijfers duiden namelijk geen verbetering voor die personen. Bovendien stelt men vast dat zij – nog – meer dan werknemers zonder beperking blootgesteld zijn aan werkbaarheidsrisico’s in het werk”, reageert Malfroot. “Zo evolueert de toename van de werkdruk en de emotionele belasting voor hen op een zeer negatieve manier.” De minister gaf toe dat het ondersteunen van deze personen niet ophoudt bij de aanwerving. Ook tijdens de job moet er ingezet worden op werkbaarheid. Net daar knelt het schoentje waardoor ze ook frequenter afwezig zijn wegens ziekte en vaker zeggen ander werk te zoeken.

“Er moet dus meer ingezet worden op maatwerk op de werkvloer”, besluit Malfroot. Crevits antwoordde hierop dat ze het inclusief ondernemen zal versterken. “Ik verwacht van de minister dat ze samen met de werkgevers aan een sensibiliserend beleid werkt, dat hen aanzet om meer in werkbaar werk te voorzien, en dit natuurlijk met de overheidsinstellingen in een voorbeeldrol.

Ze vroeg de minister tot slot om een tandje bij te steken inzake communicatie om de ondersteuning en subsidies die er bestaan, beter bekend te maken.