Maaltijdboxen-verkoop VRT: “Wetsovertreding en oneerlijke concurrentie”
Het Vlaams Belang vindt de verkoop van de Dagelijkse Kost-maaltijdboxen door de openbare omroep een manifeste wetsovertreding en een vorm van oneerlijke concurrentie. Deze verkoop staat namelijk haaks op artikel 8 van het Mediadecreet dat stelt dat “de activiteiten tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd en geen concurrentieverstoring met zich mee brengen”. “De VRT steekt nu gefinancierd met belastinggeld een dolk in de rug van onze horecaondernemers die via afhaalmaaltijden het hoofd boven water proberen te houden en het faillissement proberen af te wenden”, aldus Vlaams Parlementslid Klaas Slootmans (Vlaams Belang) die er een actuele vraag over stelde in de plenaire vergadering.
Vorige week maakte de VRT bekend dat ze het succes van ‘Dagelijkse kost’ verder wil vermarkten door maaltijdboxen aan te bieden. Deze boxen zullen samen met Jeroen Meus worden samengesteld en te koop worden aangeboden via Foodmaker. Toen Klaas Slootmans Mediaminister Benajmin Dalle (CD&V) vroeg of hij vindt dat het aanbieden en het verkopen van maaltijdboxen een opdracht is van de VRT en dus geen schending is van het Mediadecreet - meer bepaald artikel 8 - in het kader van de concurrentieverstoring, bleef het verdacht stil.
Het Vlaams Belang is het ermee eens dat de VRT aan gemengde financiering mag doen zoals bij de verkoop van strips van FC De Kampioenen, omdat dat nog in lijn ligt met de opdracht van de omroep. “Maar bij het verkopen van maaltijdboxen voelt iedereen toch aan dat dat niet langer een taak is van een openbare omroep”, aldus Slootmans. “Daarnaast is het een vorm van oneerlijke concurrentie, waardoor er marktaandeel van onze noodlijdende horecasector zal afgepakt worden. Als ik de minister vroeg of hij stappen zal ondernemen om dit project naar de prullenmand te verwijzen, kregen we helaas geen antwoord.”
“De VRT heeft het altijd over respect, maar respect voor het vrije ondernemerschap zit daar duidelijk niet bij”
Minister Dalle bevestigde zelf de bezorgdheden rond de timing van de lancering van deze verkoop, nu de Vlaamse Regering stelt alles op alles te willen zetten om onze lokale economie te ondersteunen. Maar hij wimpelde de kritiek van zich af door te zeggen dat het Vlaams bedrijf, Foodmaker, het ondernemersrisico zal nemen waardoor het niet de VRT is die de concurrentie aandoet. “De minister geeft weliswaar toe dat het een bedreiging is voor onze horeca, maar redt verder zijn hachje door te stellen dat dit een andere nichemarkt is omdat de maaltijden nog bereid moeten worden”, vervolgt Slootmans.
Tot slot vroeg Slootmans aan de minister of zijn standpunt over deze verkoop een regeringsstandpunt is. De andere partijen vonden namelijk dat er niet alleen dringend een crisisoverleg nodig was met de VRT, maar ook met de eigen regeringspartners. “Dat is inderdaad dringend, want als het verkopen van maaltijden door de beugel kan, wat zal dan het volgende zijn: fietsen van Vlaanderen Vakantieland?”