Nieuws
dinsdag, 08 nov 2022

Limburgse participatie aan hoger onderwijs daalt opnieuw

De lage participatiegraad van Limburgse jongeren aan het hoger onderwijs blijft een zorgpunt voor de ontwikkeling van de provincie. De laatste cijfers ter zake tonen zelfs opnieuw een daling. “Hiermee blijft Limburg aan de staart van het peloton hangen. Een beter aanbod in onze regionale campussen zou hier soelaas kunnen brengen”, zegt Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers (Vlaams Belang). Helaas liet onderwijsminister Weyts bij de start van dit academiejaar duidelijk blijken dat we van hem weinig in die zin moeten verwachten.

Het aandeel Limburgse jongeren dat tussen de schooljaren 2019-2020 en 2020-2021 rechtstreeks van het secundair naar het hoger onderwijs doorstroomde, bedroeg 71,5 procent, zo blijkt uit cijfers die Roosmarijn Beckers opvroeg bij minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Dat cijfer ligt iets lager dan een jaar eerder toen het doorstroomcijfer nog 72,7 procent bedroeg. Het deficit situeert zich voornamelijk bij de universitaire opleidingen. Slechts 29,6% van de Limburgse afgestudeerden uit het leerplichtonderwijs stroomde door richting de universiteit, terwijl dat op Vlaams niveau op 34,2 procent ligt. Limburgse studenten stromen wel wat vaker door naar graduaatsopleidingen met 6,3 procent deelname ten opzichte van 4,4 procent op Vlaams niveau.

“Dat is vrij eigenaardig aangezien de verwachting was dat de participatiegraad zou stijgen door de mildheid van de klassenraden bij de attesteringen van het schooljaar 2019-2020 vanwege de scholenlockdown”, verklaart Beckers. “In bepaalde andere provincies, zoals Oost- en West-Vlaanderen, zien we dat wel en bereikt de participatie er recordhoogtes, maar in Limburg is dat duidelijk niet het geval.” Hiermee blijft Limburg op dit vlak de slechtste leerling van de klas. Het Vlaanderenbrede participatie-aandeel bedraagt 77,9 procent, een stijging met een half procentpunt.

Ook zijn er binnen de provincie grote verschillen. Zo scoren gemeenten in de Maasvallei, zoals Lanaken, Maaseik en Maasmechelen, maar rond de 50 procent. “Dat heeft ermee te maken dat een deel van hun adolescenten over de grens trekken en zo niet in de Vlaamse statistieken terechtkomen, wat het beeld vertekent voor die gemeenten”, verklaart Beckers. Het grootste reële deficit zit volgens haar in de gemeenten Beringen, Tongeren en Sint-Truiden. “Best opvallend want normaal wordt deze lijst gevuld met vroegere mijngemeenten. Maar de recente neerwaartse trend in Haspengouwse gemeenten is hier misschien een teken aan de wand dat onze leerlingenpopulatie aan het veranderen is. Ik denk hierbij aan het stijgend aantal anderstaligen in mijn eigen stad Sint-Truiden”, aldus Beckers.

“Er is nood aan meer Limburgse opleidingen”

Beckers ziet oplossingen in een beter Limburgs regionaal hogeronderwijsaanbod. “Concreet denk ik dan aan het instellen van meer erg toegepaste graduaten en professionele bachelors binnen de hogescholen”, zegt Beckers. “Daar is zeker vraag voor vanuit onze academische instellingen en vanuit het werkveld. Graduaten zijn vaak ook interessanter voor jongeren met minder middelen en werkstudenten.” Maar volgens Beckers moet het Limburgse hoger onderwijs hier zich niet toe beperken. “We mogen met Limburg gerust ook meer universitaire ambitie tonen. Universiteiten van buiten onze provincie beschouwen ons nog te vaak als wingewest. Helaas moeten we op dat vlak weinig verwachten van onze onderwijsminister.”

Recent verklaarde minister Weyts immers bij de opening van het academiejaar aan de UHasselt dat ze zich niet moest spiegelen aan andere universiteiten en mikken op algemene opleidingen, maar zich enkel moest focussen op bepaalde niches. Een uitspraak die duidelijk in het verkeerde keelgat schoot bij rector Bernard Vanheusden. Terecht volgens Beckers. “Limburg trekt erg vaak aan het kortste eind wanneer er nieuwe opleidingen worden aangevraagd, terwijl het potentieel er nochtans is. Nieuwe richtingen die wel verleend worden, kennen een sterke start. Regionaal ingebedde sterke campussen kunnen een grote meerwaarde bieden voor grensregio’s als Limburg, zeker wanneer ze kwaliteitsvolle synergieën uitwerken met het lokale bedrijfsleven en nuttige publieke diensten zoals de zorgsector” zegt Beckers. “Ik hoop dat de Limburgse ministers Peeters, Brouns en vooral Demir dat eens duidelijk kunnen maken bij hun collega Weyts.”