Kroniek van het Europees relancegeld dreigt in mineur te eindigen
Een nieuwe week, een nieuwe episode in de kroniek van het Europees relancegeld. Ook het Rekenhof en de Inspectie van Financiën geloven niet dat de ‘pensioenhervorming’ van Vivaldi zal volstaan om de 847 miljoen euro binnen te rijven. Vandaag ondervroeg Vlaams Belang-Kamerlid Ellen Samyn minister van Pensioenen Lalieux (PS) hierover in het parlement. “Het Vivaldi-pensioenakkoord zorgt in de verste verte niet voor een beheersing van de vergrijzingskosten”, zegt Samyn. “Zo lang de regering niet met een echte hervorming komt, is het een redelijke zekerheid dat we de 847 miljoen euro zullen mislopen.”
Eerst zou dit land de eerste schijf relancegeld in januari 2023 ontvangen. Nadien schoof dit alsmaar verder op tot november 2023 en uiteindelijk zelfs naar het begin van 2024. Ook dit blijkt nu niet gehaald te worden. Een nieuwe evaluatie zou zich aandienen in maart 2024. Het Rekenhof en de Inspectie van Financiën zijn pessimistisch. Enerzijds beschikken ze over onvoldoende ramingen om de netto-impact op de begroting te kunnen berekenen. Anderzijds lijken de ramingen die wel beschikbaar zijn te wijzen op een verdere ontsporing van de vergrijzingskosten.
“De pensioenhervorming’: het paradepaardje van deze regering is niets meer dan een dode mus”
Al bij de bespreking van de Vivaldi-pensioenhervorming in juli 2023 waarschuwde het Vlaams Belang dat dit schamele akkoord de naam hervorming niet waard is. De betaalbaarheid op lange termijn wordt in de verste verte niet gegarandeerd. “Integendeel de pensioenbonus zorgt ervoor dat de vergrijzingskosten verder ontsporen”, aldus Samyn. “De pensioenhervorming, het zogenaamde paradepaardje van deze regering, is niets meer dan een dode mus.”
“Nochtans zijn deze honderden miljoenen broodnodig”, concludeert Samyn. “Maar liefst 80 tot 85 procent van onze gepensioneerden komen niet toe met het wettelijk pensioen voor de betaling van de rusthuisfactuur en onze jeugd heeft nu geen enkele garantie op een deftig pensioen. Minister Lalieux schuift de pensioenfactuur zonder schroom door naar de volgende generaties. Dit is een zoveelste kaakslag voor die hardwerkende Vlaming die uiteindelijk voor de kosten zal mogen opdraaien. Het is tijd voor wat de Vlaming écht wil, namelijk een ‘ander en beter’- beleid.”