Lijst van dotaties veel indrukwekkender dan lijstje van koninklijke werkafspraken
Vandaag liet Het Laatste Nieuws haar licht schijnen op de werklust van de leden van de koninklijke familie. De krant ging na wie het hardst en wie het minst voor zijn of haar dotaties werkt. Met 290 activiteiten, waaronder 138 audiënties, spande Koning Filip zoals verwacht de kroon. “Het is maar wat je werken noemt, want het gaat voornamelijk om audiënties en lunch- en andere werkafspraken”, zegt Kamerlid Wouter Vermeersch. “De dagvulling van de familie uit Laken vormt op geen enkele wijze een verantwoording voor het belastinggeld dat ze ontvangen.”
Koning Filip had vorig jaar 290 officiële afspraken, waaronder 138 audiënties. “Daarin zitten zijn wekelijkse babbeltjes met eerste minister Alexander De Croo vervat. Het lukt de premier blijkbaar beter om daarvoor tijd vrij te maken dan voor de wekelijkse vragenuurtjes in het parlement, waar hij de laatste tijd vaak uitblinkt in afwezigheid”, aldus Vermeersch. “Filips eega Mathilde komt met 178 afspraken op de tweede plaats, maar ze zorgt daarbij wel met voorsprong voor de grootste ecologische voetafdruk, met vliegreisjes naar onder meer Bangladesh, Vietnam, New York, Zuid-Afrika en Egypte.” Prins Laurent (49 afspraken) en prinses Astrid (34 afspraken) volgen op ruime afstand.
“De afschaffing van heel dat boeltje zou voor de belastingbetaler een zegen zijn”
Het Kamerlid wijst op een veel indrukwekkendere lijst dan die van zijn werkafspraken: de lijst van de dotaties die hij ontving. Zo ontving koning Filip in 2023 een werkingsbudget van 14.388.000 euro. Prinses Astrid kreeg een dotatie van 391.000 euro, prins Laurent een van 376.000 euro. “Wat voor deze laatsten dus neerkomt op een vergoeding van respectievelijk 11.500 euro en 7.673 euro per werkafspraakje”, gaat Vermeersch verder. “En wat dat betreft, doet niemand beter dan koning Albert II, met zijn tien officiële opdrachtjes trekt hij een royaal pensioen van 1,1 miljoen euro. Er zijn in dit land veel ouderen die het na een leven van hard werken met minder moeten stellen.”
“Vandaag nog meldde de consumentenorganisatie Testaankoop dat de winkelkar de afgelopen twee jaar 29 procent duurder is geworden”, merkt Vermeersch tot slot op. “Al is dat zeker niet de zorg van de koninklijke familie, die zich nog nooit op enige solidariteit met haar landgenoten heeft laten betrappen. En dat zal ook in de toekomst niet veranderen. Uit het wetsontwerp voor het komende begrotingsjaar bleek reeds dat de belastingbetaler 1.289.000 euro meer mag ophoesten voor de monarchie dan dit jaar. 43.275.000 euro in totaal, eenzelfde stijging dan het jaar voordien. De afschaffing van het ondemocratische koningshuis zou voor de belastingbetaler een ware zegen zijn.”