Kennis van streektaal moet absolute vereiste zijn om Belgische nationaliteit te verkrijgen
Voor het Vlaams Belang is kennis van de streektaal een absolute minimumvereiste om van integratie te kunnen spreken. Kamerlid Werner Somers diende op wetsvoorstellen van cd&v en N-VA dan ook amendementen in die bepalen dat burgerschapstesten moeten worden afgelegd in de taal of – in het geval van Brussel – een van de talen van het taalgebied waar de kandidaat-Belg zijn of haar hoofdverblijfplaats heeft.
De voorwaarden waaronder vreemdelingen Belg kunnen worden, stellen weinig voor. Sinds 1 januari 2013 dient een kandidaat-Belg in het kader van bepaalde procedures tot verkrijging van de Belgische nationaliteit te bewijzen dat hij beschikt over kennis van één van de drie landstalen. Het gaat met name om de vreemdelingen die de Belgische nationaliteit wensen te verkrijgen door het afleggen van een zogenaamde nationaliteitsverklaring. In 2023 verkregen niet minder dan 32.606 vreemdelingen op die manier de Belgische nationaliteit. “Doordat in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit enkel sprake is van kennis van ‘één van de drie landstalen’ en niet van kennis van de taal of een van de talen waartoe het taalgebied behoort waar de kandidaat-Belg zijn woonplaats heeft, kan een aanvrager die woonachtig is in Vlaanderen, Belg worden hoewel hij geen woord Nederlands kent”, aldus Somers. “En dat is volstrekt onlogisch.”
“De wetsvoorstellen van cd&v en N-VA blijven gepruts in de marge”
In de Kamer werden recent door cd&v en N-VA wetsvoorstellen ingediend om de verkrijging van de Belgische nationaliteit afhankelijk te maken van het slagen voor een nationaliteitsexamen/burgerschapstest. “We zijn het idee van een burgerschapstest op zich genegen en zullen ook deze legislatuur een wetsvoorstel tot invoering van een Wetboek Staatsburgerschap indienen”, gaat Somers verder. “Dit voorstel voorziet eveneens in een burgerschapstest, maar beoogt een meer omvattende hervorming en verstrenging van de nationaliteitswetgeving.”
“De wetsvoorstellen van cd&v en N-VA blijven op de keper beschouwd gepruts in de marge”, aldus nog Somers. “Zo wordt in het cd&v-voorstel ‘een basiskennis van één van de landstalen’ voldoende geacht. Het zou dus mogelijk blijven dat een vreemdeling die in Vlaanderen woont, Belg kan worden zonder één woord Nederlands te spreken. En hetzelfde geldt voor het wetsvoorstel van de N-VA, waarin enkel is bepaald dat de Franse taaltest wordt georganiseerd door de Franse Gemeenschap, de Nederlandse taaltest door de Vlaamse Gemeenschap en de Duitse taaltest door de Duitstalige Gemeenschap. Deze bepaling komt erop neer dat kandidaat-Belgen de burgerschapstest ongeacht hun woonplaats naar keuze kunnen afleggen in één van de drie landstalen en dat de burgerschapstest wordt georganiseerd door de Franse, de Vlaamse of de Duitstalige Gemeenschap naargelang de kandidaat-Belg ervoor kiest de taaltest af te leggen in respectievelijk het Frans, het Nederlands of het Duits. Dit impliceert met andere woorden dat de kandidaat-Belg slechts de kennis van “één van de drie landstalen” dient te bewijzen.”
“Het is duidelijk dat cd&v en N-VA hun huiswerk niet goed hebben gemaakt”, besluit Somers. “Om de Belgische nationaliteit te verwerven, moet kennis van de streektaal een absolute vereiste zijn.”