Jobsite voor dragers van een hoofddoek staat haaks op integratie
Voor het Vlaams Belang staat de nieuwe jobsite ‘Hijabis at Work’, die zich richt op moslima’s met een hoofddoek, iedere vorm van integratie volkomen in de weg. “Meer nog, de jobsite in kwestie organiseert segregatie”, zegt fractievoorzitter in het Vlaams Parlement Chris Janssens. “Door het gebruik van de hoofddoek te faciliteren wordt de onderdrukking van de vrouw in de hand gewerkt.”
‘Hijabi’s at work’ is een vacaturedatabank voor vrouwen met een hoofddoek. Volgens initiatiefneemster en ‘diversiteitsexpert’ Hanan Challouki worden bedrijven in het aanwerven van werkkrachten immers vooral door angst geleid. Een ‘angst voor het onbekende en om geconfronteerd te worden met bepaalde culturele en religieuze verschillen’, waarvan hoofddoekdragende moslima’s hinder ondervinden. “Challouki stelt dat we in 2023 leven en dat we ons daar maar eens overheen moeten plaatsen”, aldus Janssen. “Maar het is vooral stuitend dat we anno 2023 in het straatbeeld steeds meer met symbolen van onderdrukking, zoals hoofddoeken, worden geconfronteerd.”
“De hoofddoek is een regelrechte minachting voor de Westerse samenleving”
De fractievoorzitter merkt op dat een hoofddoek door veel mensen logischerwijze als bedreigend wordt ervaren. “Het drukt ons op de realiteit van de steeds sneller gaande islamisering en omvolking. Een hoofddoek is geen banaal lapje stof en is even vrouwonvriendelijk als een boerka of een nikab. Het staat symbool voor de onderdrukking van de vrouw in de orthodoxe islam, van de heerschappij van de man over de vrouw. En het is ontegensprekelijk een opgestoken middelvinger, een regelrechte minachting tegenover onze westerse samenleving.”
Het Vlaams Belang wil om die reden een algemeen wettelijk hoofddoekverbod in het onderwijs en voor overheidspersoneel. “Dat staat uitdrukkelijk in ons programma en we werden daarin vandaag nog gevolgd door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Die oordeelde in een conflict tussen de Waalse gemeente Ans en een werkneemster dat een openbaar bestuur religieuze tekens op het werk mag verbieden”, besluit Janssens. “Gelukkig maar, ook voor de moslimmeisjes en -vrouwen, want het is een sprookje dat het dragen van een hoofddoek een volledig vrije keuze zou zijn. Die ‘keuze’ wordt vooral ingegeven door druk vanwege de eigen familie, en door de angst uit de eigen gemeenschap te worden gestoten.”