Het Hannah Arendt Instituut: “Links activisme met een wetenschappelijk sausje”

Bij de oprichting vorig jaar van het Hannah Arendt Instituut, dat als doel heeft het diversiteitsbeleid te ondersteunen, zei minister van Integratie en Inburgering Bart Somers (Open Vld) dat het zeker geen instrument zou worden om aan partijpolitiek te doen. Het tegengestelde blijkt nu waar te zijn. Van 8 februari tot 8 maart houdt dit instituut immers een lezingenreeks met sprekers die exclusief een centrumlinkse tot extreemlinkse achtergrond hebben. Volgens het Vlaams Belang is het dan ook schandalig dat dit wordt gefinancierd met belastinggeld en gefaciliteerd met overheidsgebouwen. Vlaams Parlementslid Sam van Rooy (Vlaams Belang) stelde er een parlementaire vraag over aan minister Somers.

Het Hannah Arendt Instituut werd opgericht door de VUB, de Universiteit Antwerpen en de stad Mechelen. Het Instituut kreeg van minister Somers 235.000 euro ‘opstartsubsidies’ en hij zorgde ervoor dat het gratis gebruik kan maken van overheidsinfrastructuur. Nu wordt er een vijfdelige lezingenreeks gehouden om zogenaamd het brede denken van Hannah Arendt – een Duits-Amerikaanse, Joodse filosofe – te duiden. Alle sprekers komen echter uit dezelfde politiek correcte, (extreem)links-liberale hoek. Geen enkele van de lezingengevers behoort tot de N-VA- of Vlaams Belang-strekking. Van Rooy legde minister Somers hierover op de rooster en stelde dat het Instituut ideologisch gezien verre van voldoende divers is.

“Dit links-activistische instituut wordt gefinancierd en gefaciliteerd door de Vlaamse overheid, maar is geen ideologische afspiegeling van de maatschappij”

Voor het Vlaams Belang kan het niet door de beugel dat dit instituut een politiek aangestuurde links-liberaal activistische instelling is. “Het gros van de Vlamingen wordt gewoonweg niet vertegenwoordigd”, aldus van Rooy. In zijn verweer verwees Somers naar de vrije keuze van de universiteiten om bepaalde sprekers al dan niet te vragen, waarop Van Rooy repliceerde dat ook die universiteiten natuurlijk (extreem)links-liberale bolwerken zijn: “Het is geen toeval dat de sprekers luisteren naar namen als Herman Van Goethem, Nadia Fadil, Dirk De Schutter en Anya Topolski. Zij minachten of haten het Vlaams Belang en de N-VA,” meent van Rooy. 

Het is nota bene met goedkeuring van de N-VA-ministers in deze Vlaamse regering dat Somers de opstartsubsidie van 235.000 euro heeft uitgekeerd. “De minister zou erover moeten waken dat in deze lezingenreeks en andere projecten van dit instituut de nodige ideologische diversiteit is terug te vinden”, vervolgde van Rooy. “Die is er nu absoluut niet.” Opvallend was dat van Rooy bijval kreeg van N-VA-parlementslid Nadia Sminate.

Al de geagendeerde sprekers hebben dezelfde cultuurmarxistische visie op de samenleving, en er is niemand bij van het centrum laat staan van de rechtse kant van het ideologische spectrum, zo herhaalde van Rooy zijn striemende kritiek. “Partijen als de N-VA en het Vlaams Belang zullen dus, onder het mom van academische vrijheid, door dit Instituut in een slecht daglicht worden gesteld”, stelde van Rooy, die een pleidooi hield voor veel meer diversiteit van opvattingen en visie. Van Rooy concludeerde: “Ik denk dat veel Vlamingen zich nu afvragen of die 235.000 euro niet aan iets had kunnen worden besteed waar ook zij iets aan hebben.”