Globaal actieplan nodig tegen hoge uitstroom beginnende leraren
Volgens een artikel in de Standaard stapt één op drie beginnende leerkrachten veel te snel uit het vak. “Er is nood een globaal actieplan om hen in het onderwijs te houden”, zegt Vlaams Parlementslid Jan Laeremans. “Minister van Onderwijs Ben Weyts en de andere partijen zien hier echter het belang niet van in.”
Volgens de Standaard blijft de uitstroom van startende leraren torenhoog. De krant citeert hierbij cijfers die een half jaar geleden door Vlaams Parlementslid Jan Laeremans bij minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) werden opgevraagd. In het secundair onderwijs heeft 37 procent van de leerkrachten die in het schooljaar 2015-‘16 voor een onderwijscarrière hebben gekozen, tegen 2020-’21 het onderwijs opnieuw verlaten. In het kleuter- en het lager onderwijs gaat het om respectievelijk 30 en 26,2 procent. De afgelopen drie jaar waren er jaarlijks zo’n 3.600 leraren die aan het onderwijs begonnen en er binnen de vijf jaar alweer weggingen.
“Er zijn in het onderwijs gewoonweg te veel pushfactoren die jonge professionals uit het beroep duwen. De onzekerheid die het tijdelijk statuut en de interimcarrousel met zich meebrengen, is een domper voor velen”, zegt Laeremans. “Ook zijn de werkomstandigheden er alsmaar slechter op geworden met bijvoorbeeld de toename van zorgleerlingen en anderstaligen. De planlast weegt ook te zwaar door en in veel scholen zijn er grote problemen met gedrag en discipline, zeker in stedelijke concentratiescholen. Jobs in de privésector of bij andere publieke diensten bieden veel meer zekerheid en vaak ook een beter loon.”
“Er is een globaal actieplan nodig om beginnende leraren in het onderwijs te houden en niet naar een andere sector te laten vertrekken”
“Topleerkrachten willen vooral hun ding kunnen doen en kunnen bijdragen aan de maatschappelijke visie van een school waarin ze geloven. Daarom moet je hen terug meester laten worden over hun klas en het lesgebeuren”, zegt Laeremans. “Er moet een globaal actieplan komen om betere condities te realiseren voor onze scholen en het onderwijspersoneel. Zo kunnen we de concurrentieslag met andere sectoren aan.”
Minister Weyts wil echter geen omvattend pact, maar komt dat liever met telkens wat losse ad-hoc-maatregelen, die niet vertrekken vanuit een duurzame visie en niet toewerken naar een uitgewerkt toekomstperspectief, maar ook niet doortastend genoeg zijn.
“Wij hebben in oktober al een motie neergelegd met 16 voorstellen die een eerste aanzet bieden voor een globaal actieplan, maar deze werd helaas weggestemd door alle andere partijen”, besluit Laeremans. “Op korte termijn moeten leerkrachten zich terug kunnen focussen op het lesgebeuren zonder extra planlast en met extra mogelijkheden om de orde op school te bewaren. Verder in de toekomst moet er weer ingezet worden op een versterking van de scholen in hun HR-beleid door adequate beleidsondersteuning en professionalisering met een hervorming van het te rigide benoemingsstelsel en een evolutie van de lesurenopdracht richting een schoolopdracht.”