“Geen verplicht ziektepensioen voor jonge ambtenaren”
Terwijl de paars-groene regering besliste de pensioenleeftijd op te trekken tot 67 jaar mochten of moesten in 2021 2.916 ambtenaren met pensioen alvorens de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar te bereiken. “Ook werden meer dan 350 ambtenaren jonger dan 50 jaar met ziektepensioen gestuurd”, zegt federaal volksvertegenwoordiger Ellen Samyn. “Sommige van die dertigers en veertigers willen echt nog aan de slag, en wij zijn van oordeel dat ze daartoe de kans moeten krijgen.”
“Het is belangrijk dat in het kader van een vereenvoudigde en gelijkbedeelde arbeidsmarkt alle historisch gegroeide discriminatoire onderscheiden tussen arbeider, werknemer en ambtenaar worden geschrapt”, aldus Samyn. “Iedereen die zich in dezelfde situatie bevindt moet dezelfde lasten dragen en dezelfde vruchten kunnen plukken, ongeacht het arbeidsstatuut. En dat geldt dus ook voor pensioenrechten.”
“Discriminatie tussen arbeiders, werknemers en ambtenaren moet verdwijnen”
Het Vlaams Belang wil een minimumpensioen van 1.650 euro voor iedereen, na een voltijdse loopbaan van 40 jaar of een equivalent van 66.000 gepresteerde uren, en op dezelfde manier aanvulbaar door grotere bijdrages tijdens de loopbaan. “Wie langdurig ziek is alvorens die 40 gewerkte jaren, zoals in een door Het Laatste Nieuws aangehaald voorbeeld van een 37-jarige dame, moet op dat moment geen pensioen krijgen”, vervolgt Samyn, “maar moet afhankelijk van de geneesmogelijkheden gestimuleerd en begeleid worden naar de arbeidsmarkt ofwel een uitkering op basis van invaliditeit kunnen krijgen.”
“Belangrijk is wel dat we deze hervorming, die de schotten tussen de stelsels moet wegnemen, in stappen willen laten plaatsvinden”, benadrukt Samyn tot slot. “Het gaat hierbij verder over het wettelijk pensioen, en niet over aanvullende pensioenregelingen, die voorwerp moeten zijn van sociaal overleg.”