Geen oplossing voor tekort randparkings in Brussel

Ondanks de toenemende vraag naar park-and-ride (P+R) parkeerplaatsen in het Brussels Gewest, heeft de Brusselse regering momenteel geen oplossingen om het tekort aan deze parkeerfaciliteiten op korte termijn aan te pakken. Dit blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) op een mondelinge vraag van Brussels Parlementslid Sonja Hoylaerts (Vlaams Belang). "Automobilisten worden steeds vaker aangespoord om over te schakelen op het openbaar vervoer of andere vervoersmodi. Wanneer die bereidheid er is, blijkt dat de infrastructuur onvoldoende is. Hoe geloofwaardig zijn deze mobiliteitsplannen dan?", aldus Hoylaerts.

De stijgende vraag naar parkeerplaatsen in de rand van het Gewest blijkt uit de bezettingsgraad van de bestaande P+R parkings. In oktober 2024 was de P+R parking aan COOVI in Anderlecht op weekdagen gemiddeld voor 68 procent bezet. De parking in Kraainem telde 393 voertuigen voor slechts 193 beschikbare plaatsen. Ook de parkings aan Delta, Herrmann-Debroux, Stalle en Roodebeek zijn telkens volzet. De recent geopende parking aan de Heizel heeft in enkele maanden al 150 abonnees voor de 100 beschikbare plaatsen. “Het is duidelijk dat de P+R parkings in de rand goed gebruikt worden, wat de dringende behoefte aan bijkomende faciliteiten aantoont”, zegt Hoylaerts. “Met de geplande verstrengingen van de lage-emissiezone, het aanhoudende fileprobleem en de Good Move-circulatieplannen die Brussel autoluw moeten maken, zal de vraag naar extra parkeerplaatsen steeds urgenter worden. Het feit dat het Gewest geen duidelijke strategie heeft, is problematisch.”

“Brussel kan zijn fileprobleem alleen oplossen met een gestructureerde aanpak, met randparkings”

Volgens minister Van den Brandt kunnen de bestaande parkeerplaatsen beter benut worden door de vrij toegankelijke parkings onder beheer van het Gewestelijk parkeeragentschap parking.brussels te plaatsen. Door slagbomen te installeren kan worden voorkomen dat voertuigen langdurig blijven staan, waardoor de plaatsen vrijkomen voor andere gebruikers. “Dit is een stap in de goede richting, maar het lost het structurele tekort aan parkeerplaatsen in het Gewest niet op”, vervolgt Hoylaerts. “Met slechts 2.887 parkeerplaatsen voor een stad van één miljoen inwoners is een grootschalige capaciteitsuitbreiding dringend en noodzakelijk. Dit kan alleen door de bouw van nieuwe parkings aan de invalswegen van het Gewest.”

Hoewel het Gewest in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) de ambitie heeft om tegen 2040 25.000 P+R plaatsen te creëren, blijven grote projecten uit. Er is een vergunning ingediend voor de uitbreiding van de P+R parking aan Stalle, maar de beslissing om verder te gaan met de bouw ligt bij de volgende regering. Ook het randparkingproject van 1.500 P+R plaatsen aan de ADEPS-site in Oudergem, dat deel uitmaakt van het Richtplan van Aanleg (RPA) Herrmann-Debroux, is nog niet van start gegaan. Het Gewest onderzoekt momenteel de technische en financiële haalbaarheid.

Het wordt in de nabije toekomst niet eenvoudiger om in Brussel vlot te parkeren en vervolgens over te stappen op het openbaar vervoer, zoals in steden als Antwerpen en Gent. “Terwijl de minister blijft pleiten voor het weren van auto’s uit de stad, faalt ze in het uitbreiden van werkbare alternatieven”, concludeert Hoylaerts. “Brussel kan zijn fileprobleem alleen oplossen met een gestructureerde aanpak, zoals de bouw van nieuwe, capaciteitsvolle randparkings. Het is hoog tijd om een versnelling hoger te schakelen.”