“Geen burgerbevraging maar een burgerbegraving”
De fameuze burgerbevraging is al enkele weken achter de rug, maar in de Kamer werd er, onder meer via vragen van voorzitter van de Kamerfractie Barbara Pas, nog eens over nagekaart en er een evaluatie van opgemaakt. “Daaruit blijkt dat het resultaat ervan nog bedroevender is dan aanvankelijk gecommuniceerd”, aldus Pas. “En dat de ministers van Institutionele Hervormingen, Annelies Verlinden (cd&v) en David Clarinval (MR), deze flop van de eeuw een overdonderend succes vinden. Il faut le faire.”
Aanvankelijk werd er gecommuniceerd dat zo’n 19.000 mensen hadden deelgenomen aan de burgerbevraging, maar dat blijkt nu een leugen te zijn. “Er waren inderdaad 18.833 mensen die een account hebben aangemaakt, maar daarna moest men nog zijn profiel invullen om te kunnen deelnemen, en dat deden slechts 14.515 mensen”, stelt Pas. “Dat is dus het werkelijke aantal burgers dat ertoe gekomen is om minstens één vraag te beantwoorden.”
In het licht van de barnumreclame die werd opgezet, is dat resultaat zonder meer onthutsend. Clarinval deelde immers mee dat 6 miljoen mensen (ouder dan 18) meermaals een TV-spot erover hebben gezien, 6,9 miljoen burgers erover meermaals op de radio hebben gehoord. Daarnaast hebben 6 miljoen mensen via sociale media er een advertentie over gezien. 278.000 burgers hebben via Twitter effectief ook doorgeklikt naar de webstek van de onlineburgerbevraging, 60.000 deden dat via Tiktok, 14.000 via Google en 132.000 via facebook en Instagram. “Van de in totaal 484.000 doorklikkers naar de webstek van de onlineburgerbevraging heeft uiteindelijk dus amper 3 procent beslist om effectief deel te nemen”, aldus nog Pas. “Voorwaar een afknapper van formaat. Dat weerhield Clarinval er niet van om die grandioze flop als ‘een groot succes’ te betitelen.”
“De enige echte instrumenten voor burgerinspraak zijn referenda en respect voor de verkiezingsuitslagen, geen burgerbevraging”
“Het zal wel aan mij liggen dat ik een keertje in het antwoord van Clarinval meende het woord ‘burgerbegraving’ te hebben begrepen in plaats van ‘burgerbevraging’”, vervolgt Pas. “Maar het woord ‘burgerbegraving’ is hier wel degelijk op zijn plaats. Het is duidelijk dat de burgers hier absoluut geen boodschap hebben. De burger gelooft niet dat de politiek met de resultaten daarvan ook maar iets zal aanvangen en vindt het dan ook terecht verspilling om er zijn tijd in te steken.”
“Dit soort burgerbevragingen zijn niets anders dan schijnvertoningen van democratische inspraak en de mensen hebben dat duidelijk door”, besluit Pas. “Als men de burger echt inspraak wil geven, dat men dan het bindend referendum invoert, daar zal de burger wel aan participeren omdat hij weet dat dit wel concrete politieke gevolgen heeft. En dat men vooral bij de regeringsvorming rekening houdt met de verkiezingsuitslag en de daarin uitgesproken wil van de kiezer in plaats van de verliezende partijen aan de macht te brengen. Dat is pas echte burgerinspraak.”