Drugsbendes nemen Brussel over
Drugsbendes zijn steeds opvallender aanwezig in de openbare ruimte van Brussel. Zonder enige schaamte organiseren ze openbare verkooppunten op pleinen, en komen rijen klanten hun dosis komen halen. “De politie heeft de handen vol, maar dweilt met de kraan open. De situatie in Brussel gaat van kwaad naar erger”, reageert Brussels Parlementslid Bob De Brabandere. “Afgelopen maanden vonden reeds meerdere afrekeningen plaats, zelfs op klaarlichte dag. Met gekende verkoopplaatsen, zelfs voor scholen, vrees ik het ergste indien er geen paal en perk aan gesteld wordt.”
Het Bethlehemplein in Sint-Gillis, vlakbij een lagere school, is verworden tot een open marktplaats voor crack en cannabis. Dealers handelen openlijk, spotters houden de politie in de gaten, en alarm wordt geslagen zodra er gevaar dreigt. Ondanks de zichtbare handel en de nabijheid van spelende kinderen, slaat de Brusselse regering geen alarm. “Zolang partijen als de PS in Brussel liever pleiten voor de decriminalisering van het bezit en gebruik van drugs, worden deze bendes verder gefaciliteerd”, aldus De Brabandere.
“Criminaliteit en illegaliteit gaan hand in hand”
Volgens De Standaard zijn er op bepaalde momenten wel dertig dealers en spotters tegelijk actief op het Bethlehemplein. Dat er drugs verhandeld worden, is geen nieuw fenomeen. Burgemeester Jean Spinette (PS) verklaarde in La Dernière Heure dat het plein na de coronalockdowns een "drugsverkooppunt van industriële proporties" is geworden. In juli 2023 vond de politie bij negen huiszoekingen rond het plein 140 kilogram drugs en 90.000 euro aan contant geld.
De drugsbenden schakelen bovendien alsmaar meer jongeren uit de woonbuurten of illegale migranten in voor hun praktijken. “Criminaliteit en illegaliteit gaan hand in hand”, concludeert De Brabandere. “Het Vlaams Belang blijft dan ook zijn pleidooi voor een absolute zerotolerantie jegens drugs, een zware en effectieve bestraffing van bendeleden en de opsporing en uitzetting van illegalen herhalen. Enkel zo kunnen we onze hoofdstad opkuisen.”
