Dramatische afname tomaten- en perentelers in Vlaanderen
Het aantal tomatentelers in Vlaanderen is op vijftien jaar tijd met maar liefst 68 procent gedaald. Dit blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Stefaan Sintobin opvroeg bij de minister van Landbouw. “Dit toont aan dat ook in de tomatenteelt er steeds minder familiale landbouwbedrijven overblijven. Voor veel van de landbouwers is het een kwestie van vergroten of vertrekken.”
Tussen 2005 en 2020 is het aantal bedrijven die tomaten telen in Vlaanderen gedaald van 546 naar 174. Dit is een daling van maar liefst 68 procent en wil zeggen dat er vandaag drie keer minder zijn dan vijftien jaar geleden. Voor de provincie Antwerpen is het aantal tomatentelers in deze periode gedaald met 60 procent van 269 naar 110. Voor Oost-Vlaanderen gaat het met 91 naar 27 om een daling van maar liefst 70 procent en in West-Vlaanderen zijn er zelfs vijf keer minder dan vijftien jaar geleden. Voor Limburg en Vlaams-Brabant zijn er zelfs geen aparte cijfers meer voorhanden omdat er maar zo weinig zijn. In 2005 waren er in beide provincies samen nog 34 tomatentelers en nu nog slechts zes.
“Het is in ieders belang dat er familiale landbouw in Vlaanderen mogelijk blijft”
Uit cijfers die Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers opvroeg, blijkt dat ook het aantal perentelers in Vlaanderen tussen 2011 en 2020 met vijftien procent is gedaald van 960 naar 816. In Limburg, dat de grootste perenprovincie is, gaat het om een daling van 11,5 procent van 514 naar 455.
Er zijn dus niet alleen minder varkens-en runderboeren in Vlaanderen, maar ook steeds minder tomaten- en perentelers. “Dat het aantal Vlaamse landbouwbedrijven alsmaar afneemt, zou iedereen zorgen moeten maken. Als de Vlaamse regering onze familiale landbouwbedrijven wil behouden, zal ze ook iets moeten doen aan alle regelneverij”, besluit Sintobin.