Doel en voorwaarden nieuw mandaat leraar-specialist te onduidelijk
Vanaf volgend schooljaar introduceert minister Weyts in het onderwijs een nieuw mandaat van ‘leraar-specialist’. In ruil voor extra loon moet deze leraar z’n specifieke expertise aanwenden om de schoolwerking en onderwijskwaliteit te verbeteren. “Wie dat mag doen en hoe dat moet, is nergens omschreven”, reageert Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers. “Dit mandaat zet de deur open voor mogelijk misbruik en favoritisme. Ook is de vraag of dit echt zal helpen in het tegengaan van de vlakke loopbaan.”
Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) kondigde de creatie aan van een nieuwe functie in het onderwijs: de leraar-specialist. Deze leraren krijgen een mandaat binnen de school van minstens drie jaar in ruil voor een specifieke expertise. Hoofddoelstelling is de versterking van de onderwijskwaliteit door zelf les te geven of de eigen kennis en ervaring over te dragen aan collega’s in het schoolteam via mentorschap, begeleiding van beginnende leraren in de klas, etc. Deze leraar-specialisten krijgen hiervoor een aanzienlijke vergoeding van jaarlijks zo’n 8 procent of 5.600 à 5.700 euro extra brutoloon. Maar wat expertise precies is en wie dus in aanmerking komt, wordt lokaal beslist. Dat hangt volgens minister Weyts af van specifieke noden. Concreet moet in schoolbesturen en via lokale afspraken met vakbonden vastgelegd worden wie in aanmerking komt.
Beckers hekelt vooral dit gebrek aan eenduidige criteria. “Blijkbaar is 10 jaar anciënniteit hebben en "goed kunnen omgaan met moeilijke klassen" al voldoende om een leraar-specialist te zijn”, zegt ze. “Het creëren van een mandaat waar je extra mee verdient zonder duidelijke criteria zet de deur open voor favoritisme vanwege het schoolbestuur. Maar ook is er het risico dat bepaalde leraren in knelpuntvakken die het hard willen spelen, dit naar hun hand gaan zetten en die functie gaan opeisen puur als vorm van extra verloning zonder noemenswaardige extra bijdrage aan de schoolwerking.” Beckers waarschuwt dan ook voor frictie in de leraarskamer. “Er zijn in een schoolteam tal van leraren met een bepaalde expertise die veel meer uren kloppen dan hun eigenlijke lesopdracht. Extra loon voor de ene, maar niet voor de andere ligt enorm moeilijk. Extra loon voor hetzelfde werk wordt gewoonweg niet aanvaard binnen de dynamiek van een lerarenkorps.”
“Dit mandaat zet de deur open voor mogelijk misbruik en favoritisme”
Beckers stelt zich bovendien vragen bij de financiering van het systeem. Een schoolbestuur kan het mandaat van leraar-specialist toekennen aan leraren met een maximum van 5 procent van hun totaalpakket aan uren lesomkadering. “Maar voorlopig is onduidelijk of die 5 procent echt extra is, of scholen moeten putten uit hun eigenlijk voorraad aan uren en punten en er dus niks extra bijkomt”, aldus het Vlaams Parlementslid. “Want in dat laatste geval zit je eigenlijk puur met het verschuiven van middelen en zal dus ten nadele gaan van een andere functie die ook punten, lees: budget, vergt. Dit kan dus een zoveelste vestzak-broekzakoperatie van Weyts zijn.”
De plannen van de regering lijken Beckers ook weinig bij te dragen aan het tegengaan van de vlakke loopbaan. “Het gaat voornamelijk over meer loon, maar een echt andere taakinvulling is er niet voorzien want z’n lesuren blijven gewoon behouden. Inzetten op gerichte taakdifferentiatie naargelang de noden op de school en talenten van iedere leraar zal hier meer helpen, maar dat is binnen het huidige regelgevend kluwen vaak geen evidentie. Binnen het huidige decreet rechtspositie zal deze maatregel dus niet het gewenste resultaat hebben. Enkel binnen een ruimer loopbaanpact kunnen taakdifferentiatieplannen werkelijk vruchten dragen. Met Vlaams Belang ijveren we al langer voor een ruimer plan waar we op middellange termijn streven naar een versterking van de scholen in hun HR-beleid door adequate beleidsondersteuning en professionalisering, een hervorming van het te rigide benoemingsstelsel en een evolutie van de lesurenopdracht richting een schoolopdracht. Jammer dat hierin geen stappen worden gezet.”