Diependaele mag niet lichtzinnig omspringen met het declasseren van Vlaams erfgoed
Het Vlaams Belang is waakzaam omdat minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) het aantal beschermde monumenten fors wil verminderen. Volgens Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) mag er niet lichtzinnig omgesprongen worden met de opheffing van de bescherming. “Erfgoed is kwetsbaar en eens verdwenen, is het voor altijd verloren”, aldus Slagmulder. Hij roept op tot waakzaamheid en stelde er een parlementaire vraag over aan bevoegd minister Diependaele. “Het is goed dat de minister het erfgoed pragmatisch zal bestuderen in functie van de kwaliteit, maar hierbij moet wel voldoende geluisterd worden naar de lokale besturen en moet er inspraak zijn van de bevolking.”
Tegen half 2022 wil de Vlaamse regering onderzoeken welke van de 11.500 beschermde monumenten in Vlaanderen gedeclasseerd kunnen worden omdat ze zogenaamd onvoldoende erfgoedwaarde zouden hebben. De regering heeft hiermee de ambitie om de wachtlijst voor subsidies voor beschermd erfgoed weg te werken. Dit lijkt op het eerste zicht op een besparingsoperatie, maar dit wordt ontkend de minister door te stellen dat de meeste vragen tot declassering van de lokale besturen komen. Zij vroegen sinds 2012 nochtans slechts 19 dossiers aan, zo blijkt uit zijn antwoord. Desalniettemin stelt de minister dat ‘de declassering zich niet tot die dossiers zal beperken en proactief zal verlopen’.
“Erfgoedcomponenten mogen niet zomaar verdwijnen ten voordele van projectontwikkelaars en bevolking moet inspraak krijgen”
Met een declassering valt ook het verbod weg om de handelingen te stellen die de erfgoedwaarde kunnen aantasten, zoals het beschadigen of ontsieren van het erfgoed. “De verdere verwaarlozing van erfgoed moet dus bewaakt worden want lokaal is er niet altijd de nodige expertise aanwezig”, reageert Slagmulder. Het mag ook niet zijn dat erfgoed in handen komt van voornamelijk projectontwikkelaars die er dan huizen en appartementen bouwen met het risico dat de erfgoedcomponenten verdwijnen. “Daarnaast mag het ook geen besparingsoperatie van de regering zijn, zoals de scheepskraan van de Boelwerf in Temse die als te dure herstelling wordt gezien.” De minister verdedigde zich door te stellen dat iets geen erfgoedwaarde verliest doordat de dusdanige status wordt opgeheven. “Maar het gevolg is wel dat de kans op verwaarlozing fors toeneemt.”
“Er moeten hier dan ook extra initiatieven genomen worden om dat erfgoed toch niet verloren te laten gaan.” Tot slot vroeg Slagmulder naar de criteria bij de beoordelingen in declassering. Helaas bleef Diependaele in het vage en stelt hij enkel dat de regering kijkt of het fysieke voortbestaan al dan niet gegarandeerd kan worden.
Het Vlaams Belang vindt de inbreng van lokale besturen belangrijk omdat zij het erfgoed kennen, maar er moet zeker ook voldoende inspraak zijn vanuit de bevolking die vaak een emotionele band heeft met het erfgoed in hun stad of gemeente.
