“De band met het Vlaams-nationalisme zal nooit verdwijnen”
’t Pallieterke is zonder meer een unicum in de Vlaamse perswereld. Het Vlaamsgezinde en conservatieve weekblad heeft sinds zijn oprichting in 1945 nooit een blad voor de mond genomen in zowel zijn satirische als opiniërende stukken. Het motto luidde daarbij steeds: “Wat niet lachend gezegd kan worden, is de waarheid niet”. Hoewel ’t Pallieterke al die jaren partijpolitiek ongebonden is gebleven, heeft het onder zijn medewerkers politici als Karel Dillen, Gerolf Annemans en zelfs Peter de Roover mogen rekenen. Het weekblad heeft een nieuwe hoofdredacteur, Wim De Smet, die in de reguliere media voorheen zijn sporen reeds verdiende. Hoog tijd voor een kennismakingsgesprek met de man die het weekblad “voor mensen met een goed hart en een slecht karakter” voortaan zal leiden.
opgetekend door Frederik Pas
Mijnheer De Smet, wat niet lachend gezegd kan worden is nog steeds de waarheid niet, maar ’t Pallieterke heeft zijn oude, traditionele stijl van scherpe humor, bijtende satire en het belachelijk maken van politici voor een aanzienlijk deel achterwege gelaten. Waarom?
Het is een proces dat al decennia aan de gang is. ’t Pallieterke is opgeschoven van een satirisch naar een politiek blad. De overgrote meerderheid van onze lezers koopt het blad omwille van de politieke commentaren en analyses, niet langer omwille van de satirische rubrieken. De vraag naar bijtende satire is, volgens mij, fors gedaald. De tijdsgeest speelt daarin ook een belangrijke rol. Ik vraag me ook af hoeveel echt goede satireschrijvers er vandaag nog bestaan. Kaaiman of Koen Meulenaere had een trouw publiek maar ook hij kreeg vaak af te rekenen met rancuneuze reacties.
De artikels zijn inhoudelijk merkelijk van een ander kaliber dan voorheen: ernstiger, diepgravender. Hebben jullie een ander publiek op het oog?
Eigenlijk niet. We willen vooral breder gaan in onze keuzes. We stellen al enkele jaren vast dat, volgens de peilingen, zowat 1 Vlaming op 2 een conservatieve en/of Vlaamsgezinde stem uitbrengt in het kieshokje. Tegelijk stellen we vast dat zowat alle traditionele media vooral een centrumlinkse of zelfs radicaal-linkse koers varen. Het gaat dan niet alleen over de keuze van de mensen die geïnterviewd worden of uitgenodigd worden in De Afspraak of in De Zevende Dag zitten. Nee, het gaat ook over de thema’s die die media naar voor schuiven. Groene energie, trage wegen, diversiteit, noem maar op. Dat zijn stuk voor stuk linkse stokpaardjes die door de meeste media als heel belangrijk worden ervaren. Maar ik denk niet dat dat de zaken zijn waar veel Vlamingen van wakker liggen, tenzij dan om er zich aan te ergeren. Veel mensen willen ook iets vernemen over de maatschappelijke zaken die hen aanbelangen en waar zij zich zorgen over maken. Ik denk dan aan justitiebeleid, migratie maar evengoed werkgelegenheid, criminaliteit of kernenergie. Onze leefwereld is de voorbije twintig jaar enorm veranderd. Veel mensen hebben met eigen ogen gezien hoe hun buurt, hun dorp, hun stad, hun leefomgeving een metamorfose heeft ondergaan. Maar de meeste media denken globalistisch en liggen niet wakker van de gewone mensen hun problemen. Een groot deel van de Vlamingen is die politiek-correcte berichtgeving en dito thema’s een beetje moe aan het worden. Wij proberen het over een andere boeg te gooien.
Hoe gaat het nieuwe ’t Pallieterke zijn traditionele wortels in en zijn band met het Vlaams-nationalisme trachten te behouden?
Door relevant te zijn en impact te hebben in die domeinen die conservatieven en Vlaams-nationalisten belangrijk vinden. Ik ga hier uiteraard niet al onze plannen uit de doeken doen, maar we horen nu toch al lang dat media en politiek sommige dossiers in de doofpot stoppen of, in het beste geval, ze met de mantel der liefde bedekken. Vlaamse bijdragen aan Europa, de transfers, migratie, rijkelijke subsidies aan linkse organisaties enzovoort: geen enkele journalist van de traditionele media zal het riskeren om politici daarover op een serieuze manier aan de tand te voelen. Sinds midden vorig jaar heeft ’t Pallieterke een nieuwe eigenaar en wordt er volop geïnvesteerd in nieuwe journalisten zodat we daar eindelijk verandering kunnen in brengen.
Met wat over blijft van de Vlaamse Beweging - zoals die vertegenwoordigd is in organisaties als VOS, VVB en Davidsfonds - was het niet langer mogelijk om een weekblad levend te houden. We moeten daarom een grotere groep conservatieven en Vlaams-nationalisten zien aan te trekken als lezers. Dat moet lukken. De band met het Vlaams-nationalisme zal sowieso nooit verdwijnen. Het DNA van ’t Pallieterke blijft ongewijzigd, maar de toon en stijl moet hedendaagser, steviger en breder worden.
’t Pallieterke en SCEPTR zijn met elkaar verweven. Is het de bedoeling dat de lezers van het ene medium ook die van het andere worden?
SCEPTR was een experiment van ’t Pallieterke, betaald door ’t Pallieterke, om een nieuw publiek aan te trekken door meer te focussen op nieuws, zonder opiniërend te zijn. De naakte feiten brengen en de mensen zelf laten bepalen wat ze daarvan denken, dat is vandaag de dag bijna revolutionair geworden. Jonas Naeyaert heeft als hoofdredacteur wat dat betreft knap werk geleverd. Met zeer beperkte middelen maakte hij van SCEPTR in geen tijd de grootste rechtse nieuwssite van Vlaanderen. Het publiek dat SCEPTR heeft opgebouwd biedt bovendien enorme kansen voor ’t Pallieterke om te groeien. We hebben SCEPTR en ’t Pallieterke nu online samengevoegd tot PAL NWS. Het moment is aangebroken om dat potentieel nu ook te benutten. De sterk uitgebreide redactie zal daarbij onverbloemd het nieuws blijven brengen. We moeten van PAL een volwaardige nieuwssite maken, maar daarnaast zullen abonnees ook toegang krijgen tot de achtergrondartikels van ’t Pallieterke. De ambities liggen hoog. Zeker met het belangrijke verkiezingsjaar 2024 in het vooruitzicht.
Is er interesse bij lezers voor een digitaal abonnement?
“Momenteel tellen we zo’n 10 procent digitale abonnees, omgerekend is dat 5 procent van al onze lezers. We zien dat een digitaal abonnement vaak een opstapje is naar een papieren abonnement. Papier blijft voor ons echt wel belangrijk. In het weekend bijvoorbeeld zien we dat veel mensen toch graag rustig de tijd nemen om een weekblad te lezen. Maar, zoals gezegd, zetten we ook hard in op digitale vooruitgang. Om het digitale abonnement aantrekkelijker te maken, lanceren we eerstdaags ook een nieuwe app. Die staat klaar, maar we willen onze lezers wat ruimte laten om de veranderingen wat te verwerken. Die app is tegelijk ons antwoord op het risico dat we te afhankelijk worden van Facebook.
’t Pallieterke heeft een ouder lezerspubliek. Hoe trachten jullie jongeren aan te spreken die zich vooral op vluchtige media richten?
Het is geen geheim dat ’t Pallieterke een lezerspubliek heeft dat niet meer tot de jongste behoort. Maar die leeftijd vormt geen probleem. ’t Pallieterke bestaat intussen meer dan 75 jaar en onze lezers zijn meegegroeid met het blad. En heel belangrijk: ze blijven ’t Pallieterke ook trouw. Dat viel me na mijn aanstelling als hoofdredacteur meteen op. De Pallieter-lezer schrijft graag en snel een reactie op een stuk, en houdt ons ook constant in de gaten als hij iets leest wat niet in zijn kraam past (lacht). Die loyaliteit en die verknochtheid aan ’t Pallieterke, dat is prachtig. Maar tegelijk moeten we ook naar de toekomst kijken. Daarom werken we nu aan een vernieuwingsoperatie. De lay-out werd opgefrist, we gaan wekelijks voor twee uitgebreide interviews. Sowieso zal het niet eenvoudig zijn om jonge mensen aan te moedigen om een papieren weekblad te kopen. De jongste generatie leest het nieuws graag online. Dat neemt niet weg dat een weekblad, zoals t’ Pallieterke, toch ook wel zijn charmes heeft. Ik kan me niet inbeelden dat de gedrukte media zomaar zullen verdwijnen. Zeker niet als ze een ander verhaal brengen dan de traditionele media intussen doen.
Rechts, conservatief, identitair. Zijn dat de grondgedachten die de vernieuwde redactie in het blad wil leggen?
Dat is, in grote lijnen, inderdaad onze overtuiging maar onze medewerkers zijn niet politiek actief. Wij willen wel graag de leemte in het journalistieke landschap invullen. De traditionele media lijken vaak een weg-met-ons-verhaal te brengen. Wij nemen het wel op voor die kleine Vlaamse man of vrouw die zijn of haar mening niet langer durft of kan verkondigen. Wat dat betreft is er sinds ons ontstaan in 1945 nog niet veel veranderd blijkbaar.
Maar los van die overtuiging willen we in de eerste plaats een journalistiek kwalitatief product brengen. ’t Pallieterke en PAL, dat zijn volwaardige nieuwsmedia met journalisten die hun onafhankelijkheid bewaren. We zijn plichtsbewust en willen altijd en overal waarheidsgetrouw zijn. Dat verwachten onze lezers van ons en dat beschouwen we zelf ook als onze belangrijkste opdracht.
Het valt op dat in het nieuwe ’t Pallieterke er een luik ‘onderzoeksjournalistiek’ is toegevoegd. Was dat iets wat in het verleden werd veronachtzaamd?
Het is ons niet ontgaan dat linkse journalisten met zogenaamde ‘fact checks’ of een soort van onderzoeksjournalistiek telkens weer de rechterzijde viseren. Dat gaat zo ver dat de gewone Vlaming intussen wel twee keer nadenkt vooraleer hij op Facebook een reactie plaatst of een berichtje leuk vindt. Tegelijk mag de linkerzijde blijkbaar alles verkondigen zonder het risico te lopen om tegen de lamp te lopen. Wij doen ons best om daar verandering in te brengen. Maar ook wij moeten opletten want intussen zijn de eerste klachten al binnen. Maar goed, we laten ons niet intimideren. De beste garantie dat we geen fake news verspreiden, is trouwens die assertiviteit van links om ons in dat geval meteen hard aan te pakken. Dat houdt ons wakker maar we gaan het niet laten om zelf ook assertief uit de hoek te komen.
In het verleden bracht ’t Pallieterke vooral opinie en analyse. Nu willen we enkele stapjes verder gaan. We trekken ook zelf op onderzoek uit. Maar dat kost geld. Onze trouwe lezers hebben er voor gezorgd dat we na meer dan 75 jaar deze nieuwe start kunnen nemen en dat er weer geïnvesteerd kan worden in kwaliteit. We zijn hen daar ontzettend dankbaar voor.
Hoe moeilijk is het in deze tijden van politieke correctheid om het motto ‘vrank en vrij’ overeind te houden?
Die politieke correctheid, dat ‘woke’-gedoe, is bijzonder dominant aanwezig in het publieke debat en in de media. Het is eigenlijk triest om zien hoeveel journalisten dat politiek-correcte discours als de absolute waarheid opvatten, en niet langer als een ideologisch discours. Er lijkt soms zelfs geen intentie meer om nog oprecht te berichten over actualiteit. Dat heeft zo zijn gevolgen. Ik heb zowel vrienden aan de linker- als rechterzijde van het politieke spectrum. En ik heb respect voor ieders overtuiging. Maar ik ken intussen ook heel wat mensen die in hun eigen vriendenkring hun mening niet meer durven geven omdat ze vrezen in een discussie terecht te komen die ze liever niet willen voeren. Ook in de mediawereld is dat het geval. Ik heb 23 jaar gewerkt voor de reguliere media en ik stel ook vast dat het grootste deel van de journalisten een linkse maatschappijvisie heeft. Toch zijn er ook veel collega’s die eerder traditioneel of conservatief denken, maar zij durven hun mond bijna niet meer open doen. Pluralisme in de media bestaat haast niet meer. Dat is een spijtige evolutie, niet alleen voor onze samenleving maar ook voor die nieuwskanalen zelf en voor hun geloofwaardigheid.