Buitenlandse overnames van Vlaamse bedrijven: “Betere monitoring nodig”
Het Vlaams Belang betreurt dat het - groeiende - aandeel buitenlandse participaties in Vlaamse bedrijven niet systematisch wordt opgevolgd. Uit een vraag van Vlaams Parlementslid Johan Deckmyn blijkt dat minister-president Jan Jambon (N-VA) zich niet genoodzaakt ziet om deze evoluties te monitoren. “Bepaalde bedrijven waarin buitenlandse actoren zich inkopen, zijn nochtans erg belangrijk voor onze economie in Vlaanderen”, reageert Deckmyn. “Die participaties moeten gemonitord worden zodat onze eigen Vlaamse strategische autonomie niet wordt aangetast.”
In 2017 waren 73 Vlaamse ondernemingen uit de niet-financiële economie voor minstens 50% in handen van een Chinese eigenaar. “Dat is nu volgens de laatste cijfers al toegenomen tot 109 bedrijven”, zegt Johan Deckmyn. Sommige bedrijven die onder buitenlandse zeggenschap vallen zijn erg belangrijk voor onze economie. Samen zijn de 109 bedrijven die in Chinese handen zijn goed voor een tewerkstelling van 15.867 werknemers en een toegevoegde waarde van maar liefst 866,3 miljoen euro. Dat brengt dus enorme impact en risico met zich mee.
Een studie uit 2018 toont verder aan dat de 4.111 bedrijven die toen onder buitenlandse zeggenschap vielen, verantwoordelijk waren voor 30% van de toegevoegde waarde van de niet-financiële economie in Vlaanderen, en voor bijna 40% van de loontrekkende werkgelegenheid in de Vlaamse industrie.
Het Vlaams Belang vindt dat de minister-president moet onderzoeken welke aspecten in de opvolging van die bedrijven er gedigitaliseerd kunnen worden om een degelijke monitoring te kunnen uitvoeren. Jambon beweert immers dat systematische controle niet kan omdat dit manueel moet gebeuren. “We moeten vermijden dat onze strategische sectoren in buitenlandse handen vallen”, aldus Deckmyn.