Belastingbetaler mag weer eens 1,3 miljoen extra betalen aan koningshuis
Uit het wetsontwerp voor het komende begrotingsjaar blijkt dat de belastingbetaler 1.289.000 euro meer mag ophoesten voor de monarchie dan dit jaar: 43.275.000 euro in totaal. ”Het gaat om eenzelfde stijging dan het jaar voordien”, zegt Kamerlid Wouter Vermeersch. “Dit is een ware schande. De koninklijke familie toont geen enkele solidariteit voor hun waarde landgenoten, voor wie het leven bijzonder duur wordt.”
De dotaties aan de leden van de koninklijke familie stijgen met 572.000 euro, tot 16.853.000 euro. Zo zal koning Albert in 2024 1.165.000 euro aan dotaties ontvangen. “Dat vormt voor de voorlaatste vorst der Belgen dus minder een grond van klagen, zoals hij destijds deed over zijn armzalige pensioen van 923.000 euro”, aldus Vermeersch. “Maar vooral zijn kinderen zijn aan het feest. Astrid krijgt voor het eerst meer dan 400.000 euro en koning Filip krijgt een budget van om en bij de 15 miljoen euro, dus een half miljoen meer dan dit jaar. Hij moet daarmee wel energiefacturen betalen, en ik kan mij voorstellen dat een subtropisch zwembad in Laken warm houden niet goedkoop is.”
“Solidariteit is in koninklijke kringen een onbekend begrip”
De nieuwe stijging van de dotaties is grotendeels te verklaren is door de inflatie en de indexering. “Om de staatsfinanciën op orde te krijgen heeft men in het verleden van de werkende Vlamingen reeds meermaals een indexsprong gevaagd. Maar dat is een logica die duidelijk niet opgaat voor de familie Van Saksen-Coburg”, gaat Vermeersch verder. “Wij blijven als Vlaams Belang vanwege de koninklijke familie een gebaar van solidariteit eisen. Zeker nu de begroting dieprood kleurt en het leven voor de inwoners van dit land steeds maar duurder wordt. Maar solidariteit is tot op heden een onbekend begrip in die kringen.”
Voor het Vlaams Belang kan het allemaal met heel veel minder. “Het koningshuis van dit onzalige land is veel duurder dan de meeste andere monarchieën en kost ruim de helft meer dan die van Denemarken, Zweden of Spanje. En de familie Van Saksen-Coburg is ook een van de weinige waarvan alle leden leven op kosten van de belastingbetaler”, besluit Vermeersch. “Niet alleen voor de belastingbetaler, ook voor onze democratie zou de afschaffing van heel dat boeltje een zegen zijn.”
