Lerarentekort wordt alarmerend: “Hervorm op korte en lange termijn”
Ons onderwijs kampt met een structureel lerarentekort. Anderhalve maand na de start van het schooljaar blijven voortdurend berichten opduiken van scholen in nood. De uitval is groot en de Vlaamse regering geeft weinig perspectief op een snelle oplossing. Veel leraren vallen uit door onder andere burn-out en andere mentale problemen. Dit ten gevolge van de hoge administratieve planlast en het slechte disciplinaire klimaat in vele scholen. “Een fietsvergoeding of laptop gaan dit probleem echt niet oplossen”, zegt Vlaams Parlementslid Jan Laeremans. “We moeten het systeem herdenken, zowel op korte als lange termijn.”
Steeds minder mensen volgen de lerarenopleidingen in het hoger onderwijs. En als ze dan al starten met het beroep, verlaat het grootste deel de sector al binnen de 5 jaar. Maar ook worden zij-instromers - die eerst iets anders deden of studeerden en dan toch een lerarenopleiding volgen - te weinig aangetrokken. Onze jonge leraren hebben ook nog altijd te weinig werkzekerheid door het huidige te rigide benoemingsstelsel. “Ook maakt de vlakke loopbaan (waar wel het loon verandert, maar het takenpakket niet) de job minder uitdagend voor onze sterke profielen”, voegt Laeremans toe. Vandaag liet onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) weten dat hij gaat bekijken of de 1.478 gedetacheerde personeelsleden (in organisaties buiten de scholen) teruggeroepen kunnen worden.
“Voor professionals met lange ervaring die nu in de privé staan moet het financieel lonen om de overstap naar de klas te maken”
“Goede piste, maar lost absoluut niet het probleem fundamenteel op”, reageert Laeremans. Van deze 1.478 zijn er maar 1.146 met een voltijds contract en die gaan zeker niet allemaal willen terugschroeven naar het onderwijs. “Op korte termijn moeten de maatregelen uit de cao die leraren vrijstellen van een deel van hun lesopdracht voor taken zoals toezicht of vakbondspraktijken, ‘on hold’ gezet worden. Ook moet de anciënniteit voor de loonberekening van zij-instromers (die nu op maximum 10 jaar staat voor praktische- en op maximum 8 jaar voor theoretische vakken) uitgebreid worden naar alle vakken. Het moet financieel lonen om de overstap te maken. Als laatste moeten leraren zich kunnen focussen op het lesgebeuren zonder extra planlast en met extra opties om de orde op school te bewaren.”
Daarnaast moeten er langere termijnoplossingen komen. “Onze directies moeten voldoende beleidsondersteuning en professionalisering krijgen”, licht Laeremans toe. “Ook is er meer flexibiliteit nodig binnen bepaalde verlofstelsels (zoals het ouderschapsverlof) waardoor men deeltijds kan blijven werken. Als voorlaatste remedie dringt een doortastendere hervorming van het benoemingsstelsel richting een flexibeler model zich op. Dit moet jonge leraren doorgroeikansen geven alsook directies voldoende ademruimte om leraren aan te werven die passen in de school”, besluit Laeremans. Tot slot moet de regering het schakelen tussen het onderwijs en andere sectoren vergemakkelijken en aantrekkelijker maken. “Decretale hinderpalen moeten verdwijnen en er moeten meer hybride leraren komen - die in het onderwijs en in een bedrijf of dienstverlening staan.”