Nieuwe meertalige plannen verdoezelen gebrek tweetaligheid Brussel
“Meertaligheid is een troef voor Brussel”, benadrukt Brussels fractievoorzitter Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang), “maar het wordt een gevaarlijke piste wanneer het Nederlands daardoor dreigt gedegradeerd te worden tot één van de vele talen in het bonte Brussel en de tweetalige dienstverlening nog verder op de helling wordt gezet.” Het Vlaams Belang laat weten “zich ernstig zorgen te maken over de naïviteit van de Nederlandstalige Brusselse ministers die verzuimen hun eigen taal en de wettelijke tweetaligheid te verdedigen.”
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering stelde deze legislatuur voor de eerste keer een Brussels minister voor de Promotie van Meertaligheid aan. De Nederlandstalige Brusselse minister van Begroting, Sven Gatz (Open Vld), die in het Brusselse Nederlandstalige College voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie ook verantwoordelijk is voor Onderwijs, heeft zich als taak gesteld de meertaligheid in Brussel te versterken. Als streefdoel stelt hij voorop dat alle Brusselse jongeren op 18-jarige leeftijd drietalig zouden moeten zijn en met name het Nederlands, Frans en Engels zouden moeten beheersen. Het hoeft niet gezegd dat het met de kennis van het Nederlands en ook van het Engels aan Franstalige kant - ook in de regering, droevig gesteld is. Bovendien wil Gatz tegelijk dat er genoeg aandacht gaat naar de talrijke thuistalen die in Brussel aanwezig zijn.
Om deze ambitieuze doelstellingen te realiseren heeft de minister van Meertaligheid onder meer een rapport besteld dat de meertalige situatie in Brussel in kaart moet brengen. Het rapport dat werd afgeleverd door de VUB-ULB beschrijft in de beide taalgemeenschappen wel heel wat initiatieven waar meerdere talen worden gebruikt. Maar binnen de Franse Gemeenschap zijn initiatieven die een brug leggen naar de Vlaamse Gemeenschap, op één hand te tellen. De vereiste tweetaligheid in Brussel is dan ook in het gedrang.
“Vlaamse politici in Brussel en Vlaamse regering moet optreden om tweetaligheid Brussel te beschermen”
Wat allicht nog het meest bevreemdt aan het rapport is dat het in zijn beschrijving van de meertalige initiatieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geen enkele keer de geldige taalwetgeving citeert of kadert en de ganse meertaligheid volledig los ziet van het tweetalig bestuur binnen het Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien heeft de minister, die er eigenlijk voor moet zorgen dat de Brusselaars naast het Frans en Nederlands ook zoveel mogelijk talen kennen en gebruiken, zich laten ontvallen “dat de taalwetgeving toch aan modernisering toe is”. Hoewel de meeste Nederlandstalige Brusselse parlementsleden respect eisen voor de tweetaligheid bij overheidsdiensten in Brussel, blijkt dat bij hun ministers veel minder het geval te zijn.
Ook de collegevoorzitter van de VGC, Elke Van den Brandt (Groen) laat voor het verdedigen van het Nederlands allesbehalve haar tanden zien. “Toen ik Van den Brandt onlangs vroeg, als Nederlandstalig collegelid in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie verantwoordelijk voor Gezondheid, ervoor te zorgen dat in de vaccinatie- en testcentra in Brussel de mensen steeds in het Nederlands kunnen geholpen worden, wilde ze niet verder gaan dan te beloven dat ze ging controleren of deze verplichting effectief wel werd nageleefd”, getuigt Lootens-Stael. “Het gaat met deze lichting van Nederlandstalige Brusselse ministers van kwaad naar erger. Ik vrees dat ze zelfs meewerken aan een statusverlaging van het Nederlands.”
Ook in de commissie Brussel en Vlaamse Rand in het Vlaams Parlement kwam de kwestie van het Rapport Meertaligheid aan bod. Vlaams Parlementslid Jan Laeremans (Vlaams Belang) herinnerde Vlaams minister voor Brussel Benjamin Dalle (CD&V) eraan dat hij meer kan en moet doen dan louter het regeringsstandpunt vertolken en observeren. “Het streven naar meertaligheid mag de aandacht niet afleiden van de essentie en dat is de tweetaligheid in het bestuur in Brussel.”