Vlaming werkt (veel) langer dan Waal en Brusselaar
Nieuwe cijfers die Vlaams Belang-Kamerlid Ellen Samyn opvroeg bij minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) bevestigen nogmaals dat Vlamingen langer werken dan Walen en Brusselaars. Terwijl 74 procent van de Vlamingen een loopbaan van minstens 20 jaar heeft, is dat in Wallonië slechts 62 procent. Brussel doet nog slechter met 50 procent. “Het zogezegde cliché dat Paul Magnette recent nog eens oprakelde dat Vlamingen hard werken en Walen liever van het leven genieten klopt dus wel degelijk”, zegt Samyn. “Dat ze genieten van het leven zoveel ze willen, maar dat ze dan ook niet langer de factuur doorschuiven naar Vlaanderen.”
Samyn vroeg bij de minister van Pensioenen naar cijfers over de loopbaan van de ruim 86.000 personen die in 2021 op rustpensioen gingen. Daaruit blijkt dat het aandeel personen met een loopbaan langer dan 30 jaar veel hoger ligt in Vlaanderen dan in Wallonië. Van de Vlamingen die met pensioen gingen in 2021 had 55 procent een loopbaan van meer dan 30 jaar achter de rug. In Wallonië was dat slechts 44 procent en in Brussel zelfs maar 34 procent.
“De meest kwetsbare Vlamingen zijn hier het eerste slachtoffer van”
“Onhoudbaar”, noemt Samyn de situatie. “Deze verschillen liggen mee aan de basis van de miljardentransfers die jaarlijks van Vlaanderen naar Wallonië gaan. Dit is een aanslag op de Vlaamse welvaart. De meest kwetsbare Vlamingen zijn hier het eerste slachtoffer van. Op hen wordt namelijk bespaard, zogezegd omdat er geen geld is. Denk maar aan de wantoestanden in de rusthuizen en de ellenlange wachtlijsten voor een plaats in de gehandicaptenzorg. Bovendien helpen de transfers Wallonië geen stap vooruit. Zowel voor Vlaanderen, als voor Wallonië is een splitsing van de sociale zekerheid en bij uitbreiding het land het beste wat hen kan overkomen.”
Recent verschenen opnieuw hartbrekende berichten over de schrijnende situaties in de rusthuizen. “Opnieuw een signaal dat de kostprijs van de transfers en het massamigratiemodel onverenigbaar zijn met een sterk en betaalbaar sociaal beleid”, concludeert Samyn. “Om onze kwetsbaren de zorg en begeleiding te geven die ze verdienen, is het noodzakelijk dat hier een einde aan komt.”