Vlaamse regering mag graduaatsopleidingen niet in de kou laten staan
De Vlaamse hogescholen trekken aan de alarmbel over de graduaatsopleidingen. Het aantal studenten neemt er ieder jaar fors toe, maar middelen volgen amper door besparingen van de Vlaamse regering. Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) ziet echter geen reden tot extra investeringen. “Minister Weyts moet ervoor zorgen dat de graduaatsopleidingen effectief, structureel en voldoende worden ondersteund om hun aanbod kwaliteitsvol te houden en om adequaat werk te maken van de nodige studiebegeleiding”, zegt Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder (Vlaams Belang). “Alleen zo kunnen ze hun opdracht in het kader van de democratisering van het onderwijs en het wegwerken van de krapte op de arbeidsmarkt waarmaken.”
Recent weerklonken er vanuit de hogescholen verontrustende signalen omtrent de inrichting en financiering van hun graduaatsopleidingen. Uit een analyse van de Vlaamse hogescholenraad (VLHORA) blijkt dat, ondanks de grote vraag van zowel studenten als de arbeidsmarkt, de organisatie van die graduaten een enorme druk op de hogescholen zet. Zo steeg in dit academiejaar 2022-2023 het aantal inschrijvingen opnieuw met 15 procent, maar de middelen groeiden maar met 2 procent. Sedert 2019 maken deze tweejarige beroepsgerichte opleidingen integraal deel uit van het hoger onderwijs, wat ook z’n weerslag heeft op hun financiering.
Volgens Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder wijzen de hogescholen terecht op de besparingen die de Vlaamse overheid doorvoerde. “Hierbij werd in de schoot van de Begrotingsopmaak 2022 beslist om de geplande hervorming van de financiering van de graduaten in het hoger onderwijs te versnellen, wat voor de begrotingsjaren 2022, 2023 en 2024 een besparing van respectievelijk 6, 12,3 en 19,5 miljoen euro moest opleveren voor de Vlaamse staatskas. Sinds september 2022 wordt de groei binnen graduaten afgetopt op maximaal 2 procent per jaar”, verklaart Slagmulder. “De hogescholen spreken nog altijd van een contractbreuk en stellen terecht dat de regering zomaar onderweg de spelregels veranderde door de beloofde overgangsperiode van vier jaar plots te verkorten.”
Weyts ziet geen reden om de financiering van graduaten aan te passen
Minister Weyts antwoordde in de commissie Onderwijs echter dat hij achter deze besparingsmaatregel blijft staan. Hij ziet ook naar de toekomst toe geen reden om de financiering van graduaten aan te passen. “Weyts komt dus niet tegemoet aan de nood aan een structurele investering, wat zeer betreurenswaardig is”, reageert Slagmulder verbolgen. “Graduaatsopleidingen hebben in vergelijking met professionele bachelors veel meer studenten met zorgnoden en met een andere thuistaal dan het Nederlands. Daarnaast kampen ze ook met een watervaleffect in de zin dat ze heel wat 'gebuisden' uit de bacheloropleidingen binnenkrijgen.”
“Ik denk dat het dringend tijd wordt voor de regering om zich eens te bezinnen over welke richting ze uit wil met de graduaatsopleidingen”, zegt Slagmulder. “Want bij de inkanteling in het hoger onderwijs heeft ze gesteld dat de graduaten enerzijds nauw moeten aansluiten bij die arbeidsmarkt en anderzijds een bepalende speler moeten zijn in die democratisering van het hoger onderwijs. En naar jongeren toe is dat laatste vrij goed gelukt als je kijkt naar het studieaanbod en de inschrijvingen. Maar die democratisering komt - letterlijk - met een prijs.”
“Kortom, de regering had grote ambities: de academisering van een doelgroep die gemiddeld minder academisch is qua aanleg en qua achtergrond. De regering zal dus moeten kiezen: ofwel die ambities bijstellen, ofwel over de brug komen met structurele middelen om deze ambities alsnog waar te maken.”