Vlaamse partijen slikken nieuwe regeling artsenquota
Het federale wetsontwerp dat de nieuwe procedure voor de bepaling van de artsenquota regelt, is goedgekeurd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. “Dit is weer een zoveelste Vivaldi-akkoord waarbij de Franstaligen alles bepalen, maar dat de Vlamingen gaan mogen betalen”, zegt Kamerlid Dominiek Sneppe. “Dat de andere Vlaamse partijen dit slikken, verbaast niemand. Maar dat de N-VA zich er niet harder tegen verzet op Vlaams niveau, bewijst wat voor een systeempartij het is geworden.”
In de Kamer van Volksvertegenwoordigers is het wetsontwerp goedgekeurd dat de nieuwe procedure voor de bepaling van de artsenquota regelt. De Franstaligen lappen al decennia de regels aan hun laars waardoor er jaarlijks te veel artsen afstuderen. Doordat Vlaanderen zich wel aan de artsenquota houdt, wordt het niet alleen benadeeld, maar moet het ook nog eens opdraaien voor de hogere Franstalige gezondheidskosten.
Bij zijn aantreden als minister van Volksgezondheid kondigde Frank Vandenbroucke (Vooruit) aan dat hij dit dossier eindelijk zou oplossen. In april van dit jaar sloot hij hiervoor een akkoord met de Franse Gemeenschap. Voor de bepaling van de artsenquota zal echter niet langer de objectieve verdeelsleutel van het Rekenhof gebruikt worden, maar vanaf nu zal de unitaire en politiek samengestelde federale planningscommissie de toekomstige artsenquota bepalen per gemeenschap. De gemiddeld lagere activiteit van Franstalige artsen zal automatisch leiden tot hogere quota in de Franse gemeenschap en het daaruit volgend hoger artsenaanbod tot een verhoging van het aantal Franstalige artsen in Brussel, in de faciliteitengemeenten en in de Vlaamse Rand rond Brussel. Met als rampzalig gevolg; een verdere verfransing in Brussel, in de faciliteitengemeenten èn in onze mooie Vlaamse Randgemeenten!
“Het getuigt van zeer veel naïviteit dat de Vlaamse regeringspartijen deze nieuwe regeling van de artsenquota geslikt hebben”
“Deze nieuwe regeling is weer een zoveelste Vivaldi-akkoord waarbij de Franstaligen alles bepalen, maar dat de Vlamingen gaan mogen betalen”, zegt Sneppe. “Er wordt met geen woord gerept over het overtal aan Franstalige artsen uit het verleden, dat voor Vandenbroucke vergeten en vergeven is. Het toont nog eens aan dat in België het niet-naleven van regels niet alleen onbestraft blijft, maar zelfs ook nog eens beloond wordt.”
Met dit wetsontwerp is ook de stok achter de deur, het zogenaamde responsabiliseringsmechanisme, dat nochtans in het regeerakkoord stond, eruit gehaald. “De kans dat de Franstaligen de artsenquota nu wel zullen naleven, is dan ook zeer klein”, aldus Sneppe. “Het getuigt dan ook van zeer veel naïviteit dat de Vlaamse regeringspartijen dit geslikt hebben.”
De N-VA, die eveneens tegen het wetsontwerp stemde, neemt echter een dubbelzinnige houding in over de artsenquota. “Als federale oppositiepartij verzet ze zich ertegen, maar als Vlaamse regeringspartij durft ze haar tanden niet te laten zien”, besluit Sneppe. Het Vlaams Belang had in het Vlaams Parlement een belangenconflict ingeroepen tegen het wetsontwerp, maar de N-VA weigerde om dit te steunen. “Dat de andere Vlaamse partijen dit slikken, verbaast niemand. Maar dat de N-VA zich er niet harder tegen verzet op Vlaams niveau, bewijst wat voor een systeempartij het is geworden.”