Vlaams Belang wil verplichte integratietest voor gezinsmigranten
Het Vlaams Belang dient een wetsvoorstel in om bindende integratietesten voor kandidaat-gezinsmigranten mogelijk te maken. “We waarschuwen al lang voor de gevolgen van de ongebreidelde immigratie via de zogenaamde gezinshereniging en huwelijksmigratie”, zegt Kamerlid Dries Van Langenhove (Kamerfractie Vlaams Belang). “Het huidige systeem zorgt immers niet alleen voor een permanente instroom, maar zorgt er ook voor dat het integratieproces telkens van nul moet herbeginnen.”
In 2022 dienden 36.871 personen een asielaanvraag in, het hoogste cijfer sinds de historische dijkbreuk van 2015 en een stijging met 42 procent tegenover 2021. “En naast die gigantische instroom komen er jaarlijks ook zo’n 50.000 gezinsmigranten dit land binnen”, aldus Van Langenhove. “We pleiten dan ook voor een gevoelige verstrakking van het systeem.”
“Onze fractie stelt voor dat mensen die naar hier komen in het kader van gezinshereniging vóór vertrek al een inburgeringsexamen afleggen”
Op Vlaams niveau bestaat er al een inburgeringsexamen, maar in tegenstelling tot sommige andere Europese landen, kent België geen bindende integratietesten voor kandidaat-gezinsmigranten. “De vreemdelingen die vandaag via gezinshereniging naar België komen, worden slechts ná hun aankomst verondersteld inspanningen tot integratie te leveren”, vervolgt Van Langenhove. “Onze fractie stelt voor dat mensen die naar hier komen in het kader van gezinshereniging vóór vertrek al een inburgeringsexamen afleggen.”
Concreet zal in deze integratietest, die afgenomen zal worden in de vorm van een inburgeringsexamen, gepeild worden naar de kennis over de fundamentele waarden en normen van onze samenleving en naar de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de taal van de gemeenschap waar de gezinsmigrant zich zal vestigen. “Zeker niet onbelangrijk is dat gezinsmigranten ook een verklaring zullen moeten ondertekenen waarbij ze te kennen geven de fundamentele waarden en normen van de samenleving te begrijpen en er naar te handelen”, besluit Van Langenhove.