Tweede pijler van de contractuele ambtenaren op de helling?
Heel wat contractuele ambtenaren krijgen via een pensioenfonds een aanvullend pensioen, in het kader van de zogenaamde tweede pijler. “Het consortium Belfius Insurance – Ethias, die dit fonds sinds 12 jaar beheerde, heeft de overeenkomst opgezegd op 17 juni 2021, met ingang van 1 januari 2022. Op 22 juni ondervroeg ik minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) hierover”, zegt Kamerlid Ellen Samyn. “Maar onze vraag werd pas op 29 september in de commissie behandeld. De minister had er toen nog alle vertrouwen in. Ten onrechte.”
“De Vlaamse provincies en plaatselijke besturen gingen voor de ambtenaren het heft in eigen handen nemen en enkel in Brussel en Wallonië was er nog geen beslissing genomen”, aldus Samyn. “Het verdict viel bij de minister op 7 december in de bus. Men riep de hulp van de federale overheid in omdat ze er zelf niet in slaagden een nieuwe overeenkomst af te sluiten.”
De regeringspartijen dienden dan maar een wetsvoorstel in om de Federale Pensioendienst de bevoegdheid te geven om een openbare aanbesteding uit te schrijven, een voorstel dat bij hoogdringendheid in de commissie ter bespreking werd voorgelegd op 19 januari. “Rijkelijk laat, zoals we dat gewoon zijn van paars-groen”, vervolgt Samyn. “De opmaak van een lastenboek en de ganse procedure beslaat bijna één jaar. De regering vermijdt zo het advies van de Raad van State te moeten vragen.”
“De betrokken overheden hebben het probleem van de opgezegde overeenkomst voor de contractuele ambtenaren onderschat”
“De regeringspartijen sloofden zich onder aanvoeren van de PS uit om de Vlaams oppositiepartijen te overtuigen en begonnen zowaar in het Nederlands het Vlaams Belang en N-VA toe te spreken”, aldus nog Samyn. “Het was duidelijk alle hens aan dek om de vraag naar het advies van de Raad van State en dus de vertraging van de bespreking te verhinderen. Op Vlaams niveau is er voor de om en bij 77.000 aangeslotenen een uitzicht op een oplossing, maar aan Franstalige zijde is men niet verder geraakt dan opnieuw de hulp in te roepen van de Federale overheid, zoals men dat bij zowat alle problemen doet.”
“In het belang van de betrokken ambtenaren werd het voorstel dan maar op een drafje goedgekeurd”, besluit Samyn. “Maar we blijven achter met een wrang gevoel. Dit toont eens te meer aan dat deze regering niet regeert, maar achter de feiten aanloopt.”